Dinsdag 16 mei 2017 maakte inspecteur-generaal Marc Kuipers van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een jaarverslag van de inspectie SZW verontrustende cijfers bekend over het aantal arbeidsongevallen dat plaats heeft gevonden bij Nederlandse bedrijven. In 2016 zijn daarbij in totaal zeventig mensen gestorven. Dit zijn negentien slachtoffers meer dan het aantal dodelijke arbeidsongevallen die werden betreurd in 2015. In totaal kwam het aantal arbeidsongevallen in 2016 op op 2.500. Dit aantal is 14 procent hoger dan in 2015.
Volgends de heer Kuipers zijn de cijfers ‘zorgelijk”. Er is duidelijk een toename te zien en daarnaast laten de cijfers slechts een deel van de daadwerkelijke misstanden zien op de werkvloer. Ongeveer de helft van de arbeidsongevallen die meldingssplichtig zijn bij de overheidsinspectiedienst Veiligheid en Gezondheid werden niet gemeld. Daardoor heeft de overheidsinspectiedienst Veiligheid en Gezondheid slechts zicht op een deel van de ongevallen die heeft plaatsgevonden. De inspecteur-generaal sprak van “een schandalig aantal” arbeidsongevallen dat niet gemeld werd bij de overheidsinspectiedienst Veiligheid en Gezondheid.
Oorzaken van het hoge aantal ongevallen
De bedrijven in Nederland zijn volgens de Arbowet verplicht om alles te doen om de werkplek voor hun werknemers zo veilig mogelijk te maken. Doormiddel van een arbobeleid met daarin een Risico Inventarisatie en Evaluatie moeten bedrijven de risico’s op de werkplek inventariseren en doormiddel van een plan van aanpak moeten ze deze risico’s effectief gaan bestrijden. In de praktijk blijkt winst echter boven veiligheid te gaan. Daarnaast krijgen tijdelijke krachten onvoldoende instructies met betrekking tot veiligheid. Ook komt het voor dat er arbeidskrachten worden ingezet die de Nederlandse taal onvoldoende beheersen waardoor er communicatieproblemen ontstaan op de werkvloer en de veiligheid verder in het geding komt. Volgens Kuipers hebben zowel de overheid als de bedrijven de morele plicht om lering te trekken uit de dodelijke ongevallen die hebben plaatsgevonden.
Uitzendkrachten en ongevallen
In het jaarverslag wordt ook expliciet genoemd dat uitzendkrachten meer risico lopen op ongevallen dan vaste krachten. Bij flexibele krachten zoals uitzendkrachten is de kans op eden ongeval ongeveer twee keer zo hoog als de kans op een ongeval bij vaste krachten. De inspectie gaf aan dat dit ook uit een eerder onderzoek naar voren is gekomen. De inlenende bedrijven zijn officieel verantwoordelijk voor het duidelijk instrueren van uitzendkrachten. Daarbij kunnen ze de hulp van uitzendbureaus inschakelen door aan uitzendbureaus gegevens te verstrekken omtrent de veiligheid en de benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen.
Omdat uitzendbureaus niet feitelijk belast zijn met het dagelijkse toezicht op de uitzendkrachten ligt hier een belangrijke verantwoordelijkheid voor inlenende bedrijven. Die dienen er voor te zorgen dat uitzendkrachten de veiligheidsregels naleven. Tijdens OOG rondes (Observatie Onbewust Gedrag / Observatie Onveilig /gedrag) kunnen leidinggevenden zowel het vaste personeel als het inleenpersoneel zoals uitzendkrachten aanpreken op onveilige handelingen. OOG rondes en toolboxmeetings kunnen de veiligheid bevorderen door mensen bewust te maken van de gevolgen van onveilige situaties en onveilige handelingen. Uitzendbureaus dienen ook hun verantwoordelijkheid te nemen door werkplekinspecties te houden en van te voren met hun opdrachtgevers goed de specifieke veiligheidsaspecten te bespreken. Deze informatie dient ook aan de uitzendkracht te worden verstrekt. Dit kan het beste schriftelijk gebeuren door een personeelsinstructieformulier met daarop veiligheidsaspecten, risico’s, verwachte risico’s en de verplichte beheersmaatregelen zoals het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm’s). Er dient bovendien met de opdrachtgever duidelijk te worden besproken wie de persoonlijke beschermingsmiddelen verstrekt. In de praktijk is de opdrachtgever daarvoor verantwoordelijk maar vaak komt het voor dat die hier geen rekening mee houdt. Dit kan voor veiligheidsrisico’s zorgen en dient daarom te worden ondervangen door duidelijke afspraken tussen uitzendbureau en opdrachtgever.
De bouwsector
Naast de constatering over het hoge aantal slachtoffers onder uitzendkrachten werd ook opgemerkt dat de bouw een sector is met een verhoogd risico op arbeidsongevallen. Als jaren worden volgens de inspectie SZW op de bouw de meeste dodelijke slachtoffers geregistreerd. In 2016 overleden zestien slachtoffers en in 2015 waren er negen dodelijke slachtoffers op de bouw gevallen. In 2014 waren dat er twintig en in 2013 waren dat er zelfs 25. Dit zijn cijfers die zo snel mogelijk naar beneden moeten anders zal 2017 ook een jaar worden met veel dodelijke slachtoffers. Zowel bedrijven, uitzendbureaus en overheden dienen er op toe te zien dat het aantal onveilige situaties en het aantal onveilige handelingen op de bouw afneemt. Bewustwording is de eerste stap maar nu moet men tot actie overgaan.