Vragen voor lassers tijdens een intakegesprek of sollicitatiegesprek

Lassers zijn vakmensen die over het algemeen werkzaam zijn in de metaaltechniek hoewel er ook kunststoflassers zijn. Als je een intakegesprek of sollicitatiegesprek voert met een lasser dan is het belangrijk dat je een goed beeld krijgt van de vaardigheden van deze persoon. Niet alle lassers schrijven namelijk uitvoerig op hun cv’s welke vaardigheden ze hebben opgedaan tijdens hun loopbaan. Door de juiste vragen te stellen kun jij die vaardigheden wel in kaart brengen. Als je bij een technisch uitzendbureau werkt is de kans bovendien groot dat je met een duidelijke omschrijving van de lasvaardigheden de lasser effectief kunt bemiddelen zodat de potentiële opdrachtgevers meteen een goed beeld hebben van de kwaliteiten van de lasser. Daarom staan hieronder een aantal onderwerpen en vragen die je kunt stellen aan een lasser ter voorbereiding op een sollicitatiegesprek of intakgesprek.

Lastechnieken

Het is belangrijk om een goed beeld te hebben van de lastechnieken die de lasser beheerst. Dit zegt bijvoorbeeld ook wat over de materialen die de lasser kan lassen. Het maken van een lasverbinding is in feite het maken van een onuitneembare verbinding tussen twee materialen door deze doormiddel van hitte en eventueel met druk aan elkaar te verbinden. Dit gebeurd over het algemeen doormiddel van een vlamboog maar kan ook doormiddel van een vlam gebeuren bijvoorbeeld bij autogeen lassen.

De vlamboog ontstaat door het zogenaamde boogtrekken dat tijdens een elektrisch lasproces waarbij de stroom door een elektrode naar het werkstuk wordt gebracht. Dit proces wordt ook wel booglassen genoemd. De term booglassen kun je ook op de cv’s van lassers zien staan. Feitelijk bestaan er verschillende soorten booglassen. Het is daarom belangrijk om te vragen welke variant(en) van het booglassen de lasser beheerst. We noemen een aantal veelvoorkomende lastechnieken:

  • MIG lassen. Is een variant van het booglassen waarbij gebruik wordt gemaakt van een laspistool waarbij de lasdraad continue wordt aangevoerd en afsmelt. Er wordt gebruik gemaakt van een inert beschermings gas waardoor MIG lassen geschikt is voor inerte materialen zoals aluminium en roestvaststaal (RVS). De lasdraad is uiteraard ook van inert materiaal gemaakt.
  • MAG lassen. Wordt in feite met hetzelfde lastoestel gedaan als hierboven is beschreven alleen is de lasdraad anders en ook het gas waarmee gelast wordt is anders: namelijk actief gas. Om die reden wordt MAG lassen ook wel CO2 lassen genoemd. Bij het MIG-MAG lassen wordt de zogenaamde lasboog tussen de lasdraad en het werkstuk.
  • TIG lassen. Bij dit lasproces wordt de lasboog omgekeerd getrokken namelijk van het werkstuk richting de lastoorts. De lastoorts is vanwege deze variant van het boogtrekken niet afsmeltend (in tegenstelling tot MIG/MAG lassen waarbij de draad in de lastoorts wel afsmelt. Bij TIG lassen moet dus lasdraad worden toegevoegd en dat wordt in feite met de hand gedaan. Vanwege deze werkwijze heb je bij dit lasproces beide handen nodig: een hand voor het hanteren van de lastoorts en een hand om het lastoevoegmateriaal in het smeltbad te brengen.
  • BMBE: is lassen met beklede elektrode, die wordt soms ook wel elektrodelassen genoemd. Bij dit lasproces proces wordt gebruik gemaakt van een losse staafvormige elektrode die aan de voorkant van het lasapparaat wordt gestoken. Er is sprake van elektrische spanning en dus een vlamboog. De bekleding van de elektrode wordt door de hitte van het lasproces omgezet in een beschermgas voor het lasproces. De laselektrode wordt aan de voorkant van het laspistool gestoken en bevat in de kern lastoevoegmateriaal. Dit hoeft dus niet met de hand worden toegevoegd zoals bij TIG lassen bijvoorbeeld het geval is. Daarnaast heb je bij BMBE lassen ook geen gastank nodig omdat het beschermgas door het verbranden van de bekleding van de elektrode vrij komt.
  • Autogeen lassen: het autogeen lassen is een lasproces waarbij gebruik wordt gemaakt van een vlam dus geen elektrische boog. Doormiddel van de hitte van deze vlam wordt het metaal gesmolten. Er wordt hierbij geen gebruik gemaakt van elektrische spanning maar wel van een brandbaar gas namelijk Acetyleen. Dit gas produceert de heetste vlam en bovendien ook de meest geconcentreerde primaire vlam van alle brandbare gassen. Bij autogeenlassen kan ook lastoevoegmateriaal worden ingebracht met de hand. Dit is echter niet altijd noodzakelijk.

Vragen die je dus aan een lasser kunt stellen over lastechnieken zijn:

  • Welke lastechnieken beheers je?
  • Hoeveel jaar ervaring heb je in de genoemde lastechnieken?
  • Bij welke bedrijven heb je deze lastechnieken uitgevoerd?

Naast bovengenoemde lastechnieken zijn er nog meer lastechnieken die worden gehanteerd alleen die worden meestal minder vaak gebruikt. Op de website van Technischwerken.nl kun je informatie over vrijwel alle lastechnieken vinden. Als je de lasmethode(s) die de lasser beheerst in kaart hebt gebracht weet je vaak ook welke materialen de lasser kan lassen. In de volgende alinea lees je hier meer over.

Materialen

Een lasser kan verschillende materialen aan elkaar verbinden.

  • TIG en MIG lassers kunnen met deze lasmethode inerte materialen (ook wel non-ferro materialen) aan elkaar verbinden. Men kan echter ook gewoon staal lassen met deze lasmethodes alleen is het inerte beschermgas (argon) dan wel erg duur.
  • MAG lassen wordt over het algemeen gebruikt voor staal oftewel koolstof staal lassen.
  • BMBE lassen kan worden gebruikt voor verschillende materialen zowel ferro als non-ferro. Daarom is het belangrijk om aan de lasser te vragen welke materialen/ constructies deze heeft gelast met BMBE.
  • Autogeen lassen kan ook voor verschillende materialen worden gebruikt. Daarom is het belangrijk om aan de lasser te vragen welke materialen/ constructies deze heeft gelast met BMBE.

Als je weet welke materialen de lasser kan lassen zijn nog een aantal punten van belang:

  • Welke plaatdiktes heb je gelast?
  • Heb je lastoevoegmateriaal gebruikt of heb je ook zonder lastoevoegmateriaal gewerkt (bv vloeilassen).
  • Welke wanddikte kan de lasser lassen als deze pijp of buis heeft gelast?

Lasposities

De laspostities zijn ook belangrijk aspect als je wilt weten wat een lasser kan. Als een lasser een lasverbinding maakt kan deze in verschillende posities worden aangebracht. De positie onder de hand is de meest toegepaste laspositie. Bij deze laspositie heb je de lastoorts bovenop het werkstuk waardoor je een goede controle hebt over het lasproces. Andere lasposities zijn bijvoorbeeld uit de zij of stapelend. Ook boven het hoofd lassen komt voor en is een zeer moeilijke lasmethode. Een complexer de lasmethode hoe vaardiger en allrounder de lasser in de praktijk meestal is.

Vragen die je kunt stellen zijn:

  • Welke lasposities beheers je in de praktijk?
  • Welke lasposities zou je graag willen uitvoeren?

Lasdiploma’s of lascertificaten

De vaardigheden van een lasser kunnen onder andere worden aangetoond met lasdiploma’s en lascertificaten. Hier zit een behoorlijk verschil tussen.

  • Een lasdiploma wordt op een opleidingsinstituut gehaald die erkend is door het NIL (het Nederlandse instituut voor lastechnieken). De lasdiploma bevat vier niveaus die oplopen van niveau 1 tot 4 waarbij niveau 4 het meest complexe niveau is waarbij de lasser de desbetreffende lastechniek op het hoogste niveau beheerst. Niveau 1 tot en met 4 maakt ook duidelijk welke lasposities de lasser beheerst. Bij niveau 4 kun je er in feite van uitgaan dat de lasser de desbetreffende lastechniek in alle posities kan uitvoeren.
  • Een lascertificaat is iets anders dan een lasdiploma. Een lascertificaat is in feite een persoonsgebonden lascertificering waarop de persoonlijke gegevens van de lasser staan maar ook de lasprocessen waarvoor deze is gecertificeerd. Daarnaast is aangegeven welke instantie de desbetreffende lasser heeft getoetst op zijn of haar lasproces. Deze zijn gekoppeld aan verzekeringsinstanties die garant staan voor de laskwaliteit van de lasser. Bovendien is een lascertificaat beperkt geldig. Na een half jaar dient de stempellijst die verbonden is aan het lascertificaat te worden doorgestempeld om de geldigheid te behouden. Een lasdiploma heeft niet een dergelijke houdbaarheidsdatum.

Vragen die je zou kunnen stellen:

  • Welke lasdiploma’s bezit je?
  • Heb je ook lascertificaten?
  • Zijn de lascertificaten nog geldig?

Werkstukken en producten

De werkstukken en producten die een lasser heeft gemaakt zeggen veel over zijn of haar laskwaliteiten. Een lasser die bijvoorbeeld in de staalconstructie werkt heeft te maken met het lassen van over het algemeen dragende delen. Het spreekt voor zich dat deze constructiedelen goed gelast moeten worden en dat daar ook lascertificaten aan gekoppeld zijn. Het afwerkingsniveau krijgt vaak minder aandacht omdat staalconstructiedelen in de praktijk vaak worden voorzien van een laag verf of coating. Lassers in de staalconstructie hanteren over het algemeen het MAG oftewel CO2 lasproces. Dit lasproces wordt ook in de staalbouw, en scheepsbouw (van staal) gelast.

MIG lassers lassen over het algemeen in de aluminium jachtbouw. Aluminium is inert materiaal en wordt doormiddel van het MIG lasproces gelast omdat het TIG lasproces te langzaam is om grote constructiedelen van schepen en jachten te lassen.

TIG lassen wordt onder andere gedaan in RVS leidingwerk, railingwerk (van jachten), zuivelindustrie en machines in de voedingsmiddelenindustrie.

BMBE lassen wordt vaak toegepast in de reparatie van machines en constructies. Het is een proces dat geschikt is voor kortere lasverbindingen omdat je regelmatig een nieuwe laselektrode moet inbrengen. Daarnaast is er geen lang slangenpakket gekoppeld aan het BMBE lasapparaat waardoor je BMBE lassen ook in kleinere ruimtes en moeilijke posities kunt toepassen.

Vragen die je kunt stellen:

  • In welke sectoren heb je gelast?
  • Welke producten heb je gelast?
  • Welke normering waren van toepassing op het laswerk?

Tot slot

Tot slot is het volgende nog van belang om mee te nemen in het intakegesprek of sollicitatiegesprek met de lasser. Het is belangrijk om te weten of de lasser ook kan samenstellen of alleen maar kan aflassen. Bij samenstellen komt ook tekeninglezen aan de orde. Het lezen van technische tekeningen is niet iets wat iedere lasser kan en wil. Op basis van technische tekeningen worden gedeelten van constructies inelkaar gehecht. De producten worden vervolgens afgelast. In de praktijk zie je vaak een onderverdeling tussen:

  • aflassers die alleen producten die van te voren zijn gehecht aflassen
  • Samenstellers die werkstukken en constructies samenstellen op basis van technische tekeningen. Samenstellers worden in de scheepsbouw ook wel ijzerwerkers genoemd.
  • Samenstellers-lassers zijn allrounders die kunnen samenstellen en aflassen.

Vragen die je kunt stellen:

  • Kun je samenstellen?
  • Wil je ook samenstellen of alleen aflassen?
  • Kun je technische tekeningen lezen?