De uitzendbranche moet stoppen met het zo goedkoop mogelijk aanbieden van uitzendkrachten en ander flexibel personeel. Hierover staat een artikel in Volkskrant op vrijdag vier januari 2019. In dit artikel heeft Jurriën Koops de directeur van uitzendbond ABU zijn visie weergegeven op de arbeidsmarkt. Volgens hem moeten uitzendbedrijven ophouden met elkaar proberen af te troeven met het goedkoopste personeel op de flexibele arbeidsmarkt.
Uitzendbureaus zouden volgens hem te veel gehoor gegeven aan hun opdrachtgevers die uitzendtarieven zoveel mogelijk willen drukken. Daardoor gaan uitzendbureaus vaak ook hun tarieven zo laag mogelijk maken en drukken ze soms ook de salarissen van flexkrachten. Volgens de directeur van de ABU moeten uitzendbureaus minder prijsgericht gaan werken en moeten ze zich meer richten op de waarde van uitzendwerk en flexwerk op de arbeidsmarkt.
Er moet meer worden geïnvesteerd in uitzendkrachten. Dat kan niet als op elke euro wordt gelet. Net als ander personeel op de arbeidsmarkt moeten ook uitzendkrachten zich voortdurend blijven ontwikkelen om zo de meerwaarde te vergroten op de arbeidsmarkt. Opleidingen zoals BBL en werk gerelateerde cursussen zoals VCA, een heftruckcertificaat, certificaat veilig werken met een hoogwerker enzovoort zijn allemaal investeringen die uiteindelijk er voor zorgen dat uitzendkrachten hun werk goed en veilig uit kunnen voeren. Uitzendbureaus moeten blijven investeren in hun personeel. Door voortdurend de prijzen te drukken blijft er weinig geld over om te investeren in personeel.