Vanaf 2023 zal de kledingindustrie zelf oplossingen moeten bedenken voor het inzamelen van kleding en afgedankt textiel in Nederland. Dat heeft demissionair staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat aangegeven. Op dit moment zijn gemeenten nog verantwoordelijk voor het inzamelen van oud textiel. Het is de bedoeling dat de kledingindustrie in de toekomst haar eigen afgedankte textiel gaat opruimen. Het is ook de bedoeling dat de textielbranche het opruimen van textiel zelf gaat financieren.
Verantwoordelijkheid bij producent
Door deze verantwoordelijkheid bij de textielsector zelf neer te leggen zal er meer kleding moeten worden hergebruikt en de materialen van oude kledingstukken zouden ook weer opnieuw in de productieketen moeten worden verwerkt. Daardoor zou er minder verspilling moeten plaatsvinden in de kledingproductieketen. Volgens onderzoeken behoort de textielindustrie tot de meest vervuilende sectoren van de wereld. De kledingindustrie snapt zelf ook wel dat er moet veranderen. Daarom is de kledingindustrie voorstander van de plannen van de overheid met betrekking tot het inzamelen van oude kleding. Als kledingindustrie wordt beschouwd als vervuilen kan men redeneren vanuit het oogpunt de vervuiler betaald. Dat is ook de houding die de overheid gaat aannemen richting de kledingbranche. De kleding moet bovendien duurzamer worden. Kleding moet langer meegaan en kunnen worden hergebruikt. Afval op dit gebied moet worden gereduceerd.
Onduidelijkheden over textielinzameling
Er zijn nog wel onduidelijkheden over de plannen. Zo moet het plan het aankomende jaar verder worden uitgewerkt. Dan moet duidelijk worden hoe producenten kleding moeten inzamelen en wat daarvoor betaald moet worden. Daarnaast zal een deel van de kosten waarschijnlijk worden doorberekend aan klanten. Het moet duidelijk worden wat de klanten dan meer gaan betalen voor hun kleding en wat zowel van producenten, winkels en kopers van kleding wordt verwacht op het gebied van de inzameling en recycling van kleding.