Gemiddelde loonstijging begin 2024 lager dan in 2023

De gemiddelde loonstijging is in de eerste twee maanden van 2024 lager dan het afgelopen jaar. Afgelopen jaar gingen de lonen gemiddeld met 7,1 procent omhoog in Nederland. Over de eerste twee maanden van 2024 kwam de loonstijging gemiddeld op 6,1 procent. Dat is een procent lager dan gemiddeld in 2023. Daarnaast zijn er wel verschillen tussen de gemiddelde loonstijging in januari en de gemiddelde loonstijging in februari. In januari kwam de loonstijging gemiddeld uit op 5,3 procent en in februari op 6,5 procent. De voorlopige cijfers van werkgeversvereniging AWVN maken duidelijk dat er in totaal 23 collectieve arbeidsovereenkomsten zijn gesloten.

Collectieve arbeidsovereenkomsten

Dit aantal cao’s is van toepassing op ongeveer 150.000 werknemers. Met name in de bouw, chemie, de papierindustrie en het onderwijs gingen de lonen sterk omhoog. Een woordvoerder van de werkgeversvereniging geeft aan dat de sterkere loonstijging in februari het geval is van een aantal collectieve arbeidsovereenkomsten waarin afspraken zijn gemaakt om het koopkrachtverlies van werknemers te compenseren. In die cao’s zijn behoorlijke loonsverhogingen doorgevoerd. Deze uitschieters in salarisverhogingen kunnen het gemiddelde van een maand behoorlijk beïnvloeden. De komende maanden is het goed mogelijk dat er lagere loonsverhogingen worden vastgelegd waardoor het maandgemiddelde weer gaat dalen.

Inflatie en koopkracht

In oktober 2023 zijn de lonen in Nederland het sterkste gestegen. In die maand gingen de lonen met gemiddeld 8 procent omhoog. Afgelopen jaar hebben werkgevers in Nederland in verschillende sectoren de lonen aanzienlijk laten stijgen. Door de hoge inflatie hebben veel werknemers te maken gehad met een forse daling in de koopkracht. Langzaam maar zeker neemt de daling in de koopkracht af door de stijgende lonen. Toch blijven veel prijzen op het hoge prijsniveau staan. De prijzen zijn vaak sterker gestegen dan de daadwerkelijke loonstijging die de werknemers hebben ontvangen. Daardoor staan de financiën van veel huishoudens er in 2024 niet beter voor dan voor de energiecrisis en de daarop volgende inflatie.