CPB verwacht gemiddelde loonstijging van 2,9 procent in 2019

Het salaris van de meeste werknemers is in de afgelopen 30 jaar nauwelijks gestegen. De Nederlandse arbeidsmarkt trekt echter wel steeds meer aan. Door het economische herstel na de financiële crisis hebben bedrijven in Nederland het drukker gekregen. Dat blijkt onder andere uit de hoeveelheid werknemers die de afgelopen tijd een nieuwe functie hebben gekregen. De werkloosheid neemt af en de zekerheid onder werknemers neemt toe omdat er meer vaste contracten worden verstrekt door werkgevers. Het is duidelijk dat het positieve economische klimaat een uitstekende uitwerking heeft gehad op het klimaat op de arbeidsmarkt. Toch ontstaan er wel wat problemen. Met name in de koopkracht van werknemers is er nauwelijks sprake van een economische opleving.

Werknemers zien koopkracht nauwelijks stijgen
De lonen van werknemers stijgen nauwelijks. Gemiddeld zijn de lonen in Nederland de afgelopen tijd in de nieuwe cao’s ongeveer met 2,3 procent gestegen. Dit is wel meer loonstijging dan in de afgelopen aren maar de prijzen zijn in Nederland ook harder gestegen. Dat zorgt er voor dat werknemers hun loonstijging nauwelijks in hun koopkracht merken. De koopkracht neemt niet toe maar ook niet af. De prijzen zijn namelijk met ongeveer 2,1 procent gemiddeld gestegen. Omdat producten duurder worden houden werknemers nauwelijks meer over en merken ze dus ook niet veel van het economische herstel.

CPB verwacht hogere loonstijging
Gelukkig zal het komende jaar de loonstijging bijna drie procent zijn. Tenminste dat is de verwachting van het het Centraal Planbureau. Deze organisatie gaat uit van een loonstijging in 2019 van gemiddeld zo’n 2,9 procent. Als dat werkelijkheid wordt neemt de koopkracht iets toe voor werknemers. De consumentenprijzen zullen in 2019 waarschijnlijk met ongeveer 2,4 procent toenemen. Deze voorspelling lijkt gunstig voor de werknemers maar moet eerst nog wel uitkomen.

Krapte op de arbeidsmarkt
Bedrijven merken dat het moeilijker wordt om personeel te vinden. Er worden meer vacatures openen gezet door bedrijven op jobboards en op eigen websites. Bedrijven merken dat er nauwelijks sollicitaties binnen komen. Langzaam maar zeker passen bedrijven hun arbeidsvoorwaarden waaronder hun lonen aan zodat ze aantrekkelijker worden voor werkzoekenden of die nou een baan hebben of niet. Voor werknemers is er meer te kiezen en ook meer te eisen. Met name in de techniek en de bouw is er sprake van een groot tekort aan personeel. Daarom zijn in die sectoren bedrijven ook bereid om iets meer te betalen voor ervaren krachten.

Focus op opleidingen en BBL
Waardering van werknemers komt niet alleen tot uiting in loon. Er wordt ook meer geld besteed door bedrijven in opleidingen en trainingen. Het bestaande personeel wordt op die manier bijgeschoold en hun kennis en vaardigheden worden op niveau gehouden. Er is echter ook nieuwe instroom nodig. Technisch personeel en bouwpersoneel is niet meer beschikbaar op de arbeidsmarkt. Bijna iedereen met een technische achtergrond of een bouwachtergrond heeft al werk of is momenteel niet in de gelegenheid om te werken om andere redenen. Nieuwe instroom is noodzakelijk. Daarom wordt het beschikbare arbeidspotentieel op de arbeidsmarkt omgeschoold en bijgeschoold met technische- en bouwopleidingen. Er worden BBL opleidingen aangeboden voor werkzoekenden die open staan voor een baan in de techniek en bouw. Deze BBL opleidingen worden aangeboden door ROC’s in samenwerking met erkende leerbedrijven en technische VCU uitzendbureaus. De arbeidsmarkt begint personeel weer meer te waarderen en dat is een belangrijke stap richting loonsverhoging en meer waardering voor werknemers in Nederland.