CPB: koopkracht daalt in 2022 met 6,8 procent

De koopkracht van huishoudens in Nederland daalt in 2022 met 6,8 procent. Dit komt naar voren uit nieuwe schattingen die zijn opgesteld door het Centraal Planbureau (CPB). De schattingen zijn gemaakt voor de komende anderhalf jaar. Volgend jaar zou de koopkracht slechts 0,6 procent gaan herstellen van deze daling. De schattingen van het CPB worden door het kabinet gebruikt in de ontwikkeling van een nieuwe begroting voor 2022. De daling in de koopkracht maakt veel mensen bezorgd. Ook de overheid denkt na over deze ontwikkeling. Momenteel beraad het kabinet zich op maatregelen die er voor zorgen dat de bevolking minder last heeft van de effecten van de inflatie. Het is echter nog onduidelijk hoever de koopkracht precies gaat afnemen. Het Centraal Planbureau gaat op Prinsjesdag de verwachtingen publiceren.

In deze verwachting worden echter ook de maatregelen die het kabinet heeft bedacht doorberekend. Het is echter wel duidelijk dat de inflatie voor langere tijd heel hoog blijft. Voor 2022 verwacht het CPB een inflatiecijfer van 9,9 procent. Voor komend jaar wordt een inflatiepercentage van 4,3 procent verwacht. De hoge inflatie zorgt er voor dat mensen meer moeten betalen voor onder andere voedingsmiddelen en energie. Eigenlijk is het in de praktijk zelfs andersom. De oplopende kosten voor deze uitgaven zorgt er in belangrijke mate voor dat het inflatiecijfer omhoog schiet. CPB-directeur Pieter Hasekamp geeft aan dat een hoge inflatie zeker voor risico’s zorgt. Hij geeft aan: “Er is een groeiend aantal mensen dat nu al nauwelijks kan rondkomen en voor wie de energierekening onbetaalbaar dreigt te worden.” Dat maakt duidelijk dat de overheid nu echt iets moet gaan doen aan de hoge energielasten. Ook premier Mark Rutte heeft zijn zorgen geuit over de daling in de koopkracht. De vraag is echter wanneer er daadwerkelijk oplossingen komen. De minister van financiën in Nederland hebben we hier bijvoorbeeld nog nauwelijks over gehoord.