In Nederland is uitzendarbeid ingevoerd vanaf 1950. Na het invoeren van de uitzendarbeid zijn in Nederland honderden verschillende uitzendbureaus ontstaan. Er zijn generalisten die zich richten op meerder marktsegmenten maar er zijn ook uitzendbureaus die gespecialiseerd zijn in bepaalde markten zoals technische uitzendbureaus of uitzendbureaus voor de zakelijke dienstverlening. Doordat er zoveel uitzendbureaus zijn ontstaan en de uitzendmarkt is gegroeid zijn er door de overheid specifieke regels opgesteld om de uitzendmarkt te reguleren en te controleren.
De controle en de wetten zijn nodig om te voorkomen dat uitzendkrachten en ander flexibel personeel wordt uitgebuit. Uitzendbureaus moeten zich aan een aantal wetten houden. Vanaf 1999 zijn er een aantal wetten ingevoerd voor uitzendbureaus, uitzendkrachten en andere flexwerkers. Deze volgende 3 wetten zijn ingevoerd vanaf 1999 tot 2016:
- WAADI: Wet Allocatie Arbeidskrachten Door Intermediairs (vanaf 1998)
- Flexwet: Wet Flexibiliteit en Zekerheid (vanaf 1 jan 1999)
- Wwz: Wet Werk en Zekerheid (vanaf 1 jan 2015)
De Wet werk en zekerheid is het meest recent ingevoerd. Deze wet heeft het volgende doel:
Het Nederlandse arbeidsrecht aanpassen aan de veranderende arbeidsverhoudingen op de arbeidsmarkt en dan met name het evenwicht tussen flexibiliteit en zekerheid op arbeidsmarkt.
De Wwz heeft betrekking op de volgende aspecten:
- Aanpassing flexbepalingen
- Modernisering ontslagrecht
- Transitievergoeding
- Wijzigingen in de WW