Nederlandse ondernemers hebben in 2017 in totaal voor ongeveer 1,2 miljard euro aan financieringen gehaald uit de innovatie- en onderzoeksregeling Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO). Dit bericht werd woensdag 6 juni 2018 bekend gemaakt door het ministerie van Economische Zaken in een jaarrapportage. Met de onderzoeksregeling kunnen ondernemers fiscale voordelen ontvangen wanneer ze zich richten op innovatie. Zowel zelfstandigen zonder personeel, de zogenaamde zzp-ers, als grote multinationals kunnen de regeling gebruiken wanneer ze zich bezig houden met innovatie, research en development (R&D) of onderzoek en ontwikkeling.
Gebruik van de WBSO
In 2017 maakte in totaal vijf procent minder ondernemingen gebruik van de innovatie- en onderzoeksregeling Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk. Dat betekent dat er in totaal iets meer dan 21.260 ondernemingen gebruik maakte van deze regeling. Volgens de overheid konden in 2017 in totaal 135.900 projecten profiteren van de regeling. Dat zou volgens het ministerie betekenen dat 83.000 arbeidsplaatsen in onderzoeksafdelingen de innovatie- en onderzoeksregeling Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk konden gebruiken voor de investering in hun innovatieve projecten.
Innovatieve bedrijven
Een groot deel van de innovatietrajecten waar het geld aan werd besteed was gekoppeld aan de ontwikkeling van nieuwe producten. In ongeveer 4 procent van de gevallen werd het geld gebruikt voor technisch-wetenschappelijk onderzoek. Het geld voor innovatie kwam met name bij innovatieve bedrijven in de grote steden terecht:
- In Amsterdam gebruikten 1.923 bedrijven de WBSO
- In de omgeving van Eindhoven gebruikten 1.726 bedrijven de WBSO
- In Utrecht gebruikten 1.534 bedrijven de regeling
Volgens de overheid wordt er in Nederland vooral veel geld uitgegeven aan research en development in Noord-Brabant, Zuid-Holland en Noord-Holland. Staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken geeft aan dat Nederlandse bedrijven in 2017 hun uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling op peil hebben gehouden. Dat is volgens haar belangrijk: “omdat de sterke economische groei ervoor zorgt dat bedrijven zich vooral moeten richten op de toenemende vraag en productie.”