Coronacrisis leverde minder werkgelegenheid op voor jongeren in 2020

Door de coronacrisis zijn er in Nederland verschillende banen verdwenen. Met name voor jongeren was er minder werk te doen dan voor de coronagolf. In het voorjaar hadden ongeveer tienduizend minder jongeren een betaalde baan van minimaal drie dagen per week dan in de zelfde periode een jaar eerder. Dit komt naar voren uit een rapport dat maandag 21 december 2020 is gepubliceerd door het SEO Economisch Onderzoek en het Verwey-Jonker Instituut. Het zijn vooral de jongeren zonder startkwalificatie die het lastig hebben op de arbeidsmarkt. Daarnaast hebben ook uitvallers uit het hoger onderwijs en een deel van de mbo’ers een lastige periode doorgemaakt op de arbeidsmarkt tijdens de coronacrisis. De onderzoeksbureaus hebben een onderzoek gedaan onder ongeveer 240.000 jongeren in de leeftijd tussen de zestien en dertig jaar die de arbeidsmarkt hebben betreden.

Minder werk voor jongeren

Volgens de onderzoeksbureaus had een groot deel van deze groep het ook voor de coronacrisis lastig op de arbeidsmarkt. Dat is ook het geval voor jongeren die een opleiding hebben gevolgd om aan de slag te gaan in de detailhandel omdat het minder goed ging met de winkels in Nederland. De terugloop in werk voor de detailhandel was een ontwikkeling die ook voor de lockdown merkbaar was. Ook de mediatechniek en de administratieve dienstverlening hadden te maken met een krimp in de werkgelegenheid. Door de coronacrisis kregen andere sectoren het echter ook lastiger. Denk hierbij aan de luchtvaartsector en de horeca. Ook dienstverlenende beroepen zoals kappers en schoonheidsspecialisten kregen het moeilijker door de coronacrisis. Daardoor viel extra veel werk weg in Nederland.