Bouw stabiliseerde en verbeterde in 2017 aldus BAM

BAM merkt dat de bouwsector in Nederland verder is hersteld. Dat is op zich geen nieuws maar voor grote bouwondernemingen die veel afhankelijk zijn van grote utiliteitsprojecten was het herstel in de bouwsector minder goed merkbaar dan de bouwondernemingen die veel actief zijn in de woningbouw en woningrenovatie. Veel grote utiliteitsprojecten zijn aangenomen ten tijde van de economische crisis met offertes en prijzen die sterk onder druk staan. Doordat grote bouwbedrijven veel personeel aan het werk hebben moesten ze noodgedwongen scherp inschrijven op onrendabele projecten.

Utiliteitsbouw
Echter gaat er nogal wat tijd overheen tussen de inschrijving en de daadwerkelijke bouw van een utiliteitsproject. Daardoor gingen ook utiliteitsprojecten van start toen de economie weer aan het opbloeien was. De onrendabele grote projecten in de utiliteit zorgden er voor dat grote bouwondernemingen nog nauwelijks winst konden maken terwijl de dynamische kleinere bouwbedrijven wel volop konden profiteren van de aantrekkende economie door woningbouwprojecten uit te voeren met een hogere marge. Woningbouw en utiliteitsbouw zijn verschillende sectoren. Ook de civiele techniek en de infra zijn totaal andere sectoren dan de woningbouw. Juist in die sectoren is de BAM actief en daardoor profiteert het bedrijf niet direct van het economische herstel. Het kabinet heeft echter uitgesproken dat er meer investeringen zullen worden gedaan in de wegenbouw en andere civiele projecten. Ook in de verduurzaming van gebouwen zal meer geld gestoken worden. Daar zal de BAM ook wat van kunnen meeprofiteren.  

Resultaten BAM kwartaal 3 van 2017
De BAM heeft in kwartaal drie van 2017 ook de marktomstandigheden in de meeste markten waarin het bouwbedrijf actief is zien stabiliseren of verbeteren. In de eerste negen maanden van 2017 heeft het bouwbedrijf te maken gehad met een dalende omzet. De omzet van de BAM daalde toen met wel 7,5 procent en kwam daardoor uit op 4,7 miljard euro. Het resultaat voor belasting en eenmalige posten steeg met bijna twintig procent en kwam uit op 75 miljoen euro.