Bedrijven bereiden zich eind 2019 voor op invoering WAB

De Wet Arbeidsmarkt in Balans wordt ingevoerd op 1 januari 2020 en heeft een grote invloed op de Nederlandse arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt moet volgens de overheid meer in balans komen. Met deze balans bedoelt de overheid het evenwicht tussen flexibel en vast werk. De overheid gaat nog van de traditionele opvatting uit dat de meeste werknemers vast werk willen hebben. De enorme toename aan zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) die ook wel freelancers worden genoemd maakt echter duidelijk dat mensen graag flexibel willen werken. Ook onder uitzendkrachten en detacheringskrachten zijn er veel werknemers die graag flexibel willen werken. De afwisseling spreekt hen aan.

De overheid heeft flexibele arbeid echter duurder gemaakt door de Wet Arbeidsmarkt in Balans. Bedrijven moeten voor flexwerkers meer WW-premie afstaan en bovendien geld reserveren voor de transitievergoeding die vanaf de eerste werkdag van de werknemer wordt opgebouwd. Dat stelt eisen aan de bedrijfsvoering. Bedrijven formuleren een beleid waarin kosten worden bespaard en risico’s worden vermeden. Daardoor moeten bedrijven keuzes maken. Tegen het einde van 2019 hebben veel bedrijven besloten om afscheid te nemen van flexwerkers. Ook kiezen ze er voor dat ze minder snel werknemers aannemen. Er zijn namelijk nog andere factoren die een rol spelen. Sommige bedrijven hebben last van de stikstofcrisis of van de problemen met betrekking tot PFAS. Verder zijn er nog bedrijven die angstvallig afwachten wat de handelsdeel tussen Amerika en China gaat opleveren. Trump zal zijn peilen mogelijk ook op Europa gaan richten. Al deze onzekerheden zorgen er voor dat bedrijven risico’s vermijden en liever flexwerkers aannemen dan vaste krachten die ook onder de WAB regelgeving moeilijk ontslagen kunnen worden.