ACM wil voorkomen dat leveranciers van stadsverwarming megawinsten maken in 2023

In Nederland maken ongeveer een half miljoen huishoudens gebruik van stadsverwarming. Bij stadsverwarming wordt gebruik gemaakt van een centrale verwarmingsbron bijvoorbeeld een vuilverbrandingsoven. Vanuit dat punt wordt water verwarmd dat naar woningen wordt getransporteerd. Er kan veel restwarmte worden benut door dit systeem. Echter kunnen de huishoudens die aangesloten zijn op stadsverwarming niet zelf kiezen welke energieleveranciers ze hebben. Er is namelijk maar één leverancier en dat is de partij die de stadsverwarming biedt. De huishoudens kunnen niet overstappen. Dat maakt ze erg kwetsbaar en afhankelijk van de leveranciers van stadsverwarming. Toezichthouder ACM wil er voor gaan zorgen dat leveranciers van stadsverwarming geen forse winsten kunnen maken ten koste van de huishoudens die bij hun energie afnemen. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) wil er voor zorgen dat prijzen niet te hard oplopen.

Maximum tarief stadsverwarming

Er wordt een maximumtarief ingevoerd voor stadsverwarming. Deze tarieven worden gebaseerd op de marktprijzen van aardgas. De ACM benoemde dat vorig jaar de energieprijzen aanzienlijk opliepen vanwege de verhoging van de aardgasprijs. De leveranciers van stadsverwarming zouden echter niet te maken hebben met aanzienlijke stijging van de inkoopkosten omdat ze dikwijls niets met aardgas te maken hebben, althans niet direct. Wanneer de leveranciers van stadsverwarming echter wel hun prijzen aanzienlijk gaan verhogen is er sprake van een onredelijke winstvergroting. Door de nieuwe maatregel van de ACM wil de toezichthouder meer redelijke winsten in de stadsverwarming tegen gaan. Volgens de ACM mogen leveranciers van stadsverwarming 4,7 procent rendement maken. Wanneer de ACM constateert dat het rendement van stadsverwarming hoger was, moet de leverancier dat in de tarieven voor het jaar erop teruggeven aan de afnemers van stadsverwarming.