Aardgasvrij wonen krijgt weinig prioriteit in 2019

Nederland moet van het aardgas af. Dat vindt de overheid en veel burgers en bedrijven zijn het hier mee eens maar toch is de praktijk anders. Deze conclusie werd getrokken door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Dit planbureau heeft haar bevindingen genoteerd in een rapport.

Het rapport geeft een bijzondere blik op de huidige energietransitie. Volgens het rapport zijn de meeste mensen het wel eens om van aardgas af te gaan en kunnen ze zich vinden in dit besluit van het kabinet. Desondanks gaan de mensen zelf niet tot actie over.

Veel eigenaren van woningen zijn vooral bezorgd over de betaalbaarheid van de energietransitie. Het effect van de maatregelen is ook een onzekere factor. Daarnaast is er sprake van weinig kennis van burgers over de nieuwe technologie en nieuwe installaties die er voor moeten zorgen dat woningen niet meer op aardgas worden verwarmd. Het vervangen van een centrale verwarming door alternatieven vinden veel mensen kostbaar en bovendien spannend. Mensen worden terughoudend door deze factoren aldus het SCP.

Het is de bedoeling dat in 2030 in totaal 1,5 miljoen woningen van het aardgas af zijn. Dit is vastgelegd in het klimaatakkoord waar ook de overheid aan heeft meegewerkt. Als er niets verandert dan zal het aantal woningen dat op aardgas is aangesloten de komende tijd niet of nauwelijks afnemen. De doelstelling voor 2030 is al ambitieus maar voor 2050 is de doelstelling. In 2050 moeten namelijk zeven miljoen woningen van het aardgas af zijn. Deze woningen moeten dan geen aardgas gebruiken voor zowel het koken als de verwarming. Dat is een forse uitdaging als het aantal woningen dat van aardgas gebruik maakt nauwelijks afneemt.