Wat is krachtopsluiting in de verbindingstechniek?

In de techniek maakt men gebruik van verschillende verbindingen. Het aantal verbindingen in de techniek is zo divers dat er een speciale categorie binnen de techniek is ontstaan: de verbindingstechniek. Krachtopsluiting is een verzamelnaam van verschillende soorten verbindingen die gebaseerd zijn op een zekere kracht die de te verbinden delen op elkaar drukt. Als deze kracht wegvalt is de verbinding niet meer stevig en niet meer geborgd. De kracht moet dus opgesloten blijven in de verbinding, vandaar de naam krachtopsluiting.

Men kan het principe van krachtopsluiting weer onder verdelen in verschillende verbindingen:

  • Drukkracht
  • Wrijvingskracht
  • Voorspanningskracht

Hieronder staan een aantal voorbeelden van uitneembare verbindingen die gebaseerd zijn op het principe van krachtopsluiting.

Voorbeeld 1krachtopsluiting in een bout-moer  verbinding
Een toonaangevend voorbeeld van krachtopsluiting is een bout-moer verbinding in bijvoorbeeld een flensverbinding. Men kan twee pijpen die voorzien zijn van flenzen aan elkaar verbinden doormiddel van bouten en moeren. Tussen de flenzen wordt meestal pakkingmateriaal aangebracht. Dit pakkingmateriaal kan bijvoorbeeld een rubberen ring zijn. Rubber is comprimeerbaar, dit houdt in dat men rubber in elkaar kan drukken.

Als men dat doet zal men wel een bepaalde kracht moeten uitoefenen want het rubber keert anders terug naar zijn oorspronkelijke vorm. Als men een flensverbinding maakt doormiddel van bouten en moeren zal het rubberen pakkingmateriaal kracht blijven uitoefenen op de flenzen en dus op het schroefdraad van de bouten. Er ontstaat door de bout-moer verbinding in combinatie met het in-elkaar drukken van het pakkingsmateriaal een voorspanningskracht, kortom er is in deze verbinding sprake van krachtopsluiting.

Voorbeeld 2 krachtopsluiting in een schroefverbinding
Een ander voorbeeld waarmee krachtopsluiting kan worden geïllustreerd is een schroefverbinding waarbij men doormiddel van een schroef twee houten delen van een constructie aan elkaar verbindt. Met de schroef worden de twee delen van de constructie tegen elkaar gedrukt en het schroefdraad zorgt er voor dat de verbinding stevig blijft. De kracht waarmee de schroef de twee delen van een verbinding tegen elkaar drukt moet groter zijn dan de kracht die op de verbinding wordt uitgeoefend om de verbinding uiteen te halen. Als de kracht die de verbinding uiteen wil trekken groter is zal de verbinding losbreken. Hierdoor weet men dat de voorspankracht die men toepast bij een verbinding die gebaseerd is op krachtopsluiting altijd groter moet zijn dat de tegenwerkende kracht die op de verbinding werkt.

Voorbeeld 3 krachtopsluiting bij een verbinding met een wig
In de techniek maakt men ook wel gebruik van een verbinding doormiddel van een wig. Deze verbinding is gebaseerd op wrijvingskracht. Een wig wordt in een gat geslagen om te voorkomen dat bijvoorbeeld een wiel van een as af kan schuiven. De wig wordt stevig klem geslagen en schiet niet makkelijk los omdat dan behoorlijke wrijvingskrachten moeten worden overwonnen. Meestal slaat me een wig ook weer met veel kracht uit het gat om de verbinding uiteen te halen. De kracht die men daarvoor gebruikt moet groter zijn dan de wrijvingskracht die de wig op de plaats houdt. Men zegt ook wel dat de wrijvingskracht altijd tegengesteld moet zijn aan de kracht die op de verbinding uitgeoefend wordt als men de verbinding in stand wil houden.