Wat is het verschil tussen een schroef en een bout?

Bouten en schroeven zijn beide bevestigingsmiddelen. Hiermee kun je uitneembare verbindingen maken. Boutverbindingen en schroefverbindingen worden doormiddel van aandraaien tot stand gebracht. Verder zijn zowel schroeven als bouten voorzien van schroefdraad. Meestal zijn schroeven en bouten vervaardigd van metaal zoals staal of roestvast staal. Tot zover de overeenkomsten tussen schroeven en bouten. Er zijn echter ook verschillen. Het belangrijkste verschil is dat bij een bout de steel is voorzien van een kop die over het algemeen zeskantig van vorm is. Door deze vorm kan de bout aan de buitenkant aangedraaid worden (volgens NEN 5501) doormiddel van bijvoorbeeld een steeksleutel of ringsleutel. Als er een uitsparing is in de kop aanwezig is waarin men een gereedschap kan plaatsen is er sprake van een schroef. De vorm van de uitsparing kan verschillen en de vorm van het gereedschap moet daarop worden aangepast. Een kruisvormige uitsparing vereist een kruiskop schroevendraaier en een zeskantige uitsparing vereist een inbussleutel.

Wat zijn de verschillen tussen schroeven en bouten?
Zoals uit bovenstaande tekst blijkt zijn er meerdere verschillen tussen bouten en schroeven. Deze verschillen zorgen er voor dat in de ene bevestiging beter gekozen kan worden voor een boutverbinding terwijl men bij een andere verbinding beter kan kiezen voor een verbinding doormiddel van schroeven.

Schroeven:

  • Schroeven hebben over het algemeen verlopende schroefdraad terwijl de diameter vanaf de kop van de schroef uitloopt op een punt.
  • Schroeven worden meestal verankerd in het materiaal zonder dat er binnenschroefdraad is gesneden.
  • Schroeven worden aangedraaid door gebruik te maken van een uitsparing in de kop. Dit is ook het geval bij machineschroeven.
  • De uitsparing in de schroefkop kan een verschillende vorm hebben. Zo kan de uitsparing een rechte sleuf zijn of een kruissleuf. Ook een binnenvierkant is mogelijk evenals een binnen zeskant. Verder is een zespuntige ster (torks, torx) ook mogelijk.
  • Schroeven kunnen  zijn voorzien van verschillende soorten schroefdraad worden voorzien waaronder metrische schroefdraad.

Bouten:

  • Bouten hebben een gelijkblijvende schroefdraaddiameter die loopt over de lengte van de bout.
  • Een bout heeft meestal metrische schroefdraad waardoor om de bout een moer kan worden gedraaid die voorzien is van bijpassende metrische binnenschroefdraad.
  • Een bout kan ook worden gedraaid in een gat in bijvoorbeeld een machine of constructie die voorzien is van bijpassend binnenschroefdraad. Dit binnenschroefdraad kan worden gesneden of getapt met speciale schroefdraadtappen.
  • Een bout is aan het uiteinde stomp en is daardoor niet geschikt om zonder voor boren rechtstreeks in hout of andere materiaal te draaien.
  • Verder verschilt de kop van een bout ten opzichte van een schroef. Een schroef wordt aangedraaid door een uitsparing in de kop terwijl een bout meestal een zeskantige kop heeft die doormiddel van aangrijpen aan de buitenkant wordt aangedraaid (volgens NEN 5501). Dit kan bijvoorbeeld doormiddel van steeksleutels, ringsleutels of een hydraulische momentsleutel worden gedaan.

In de meeste technische sectoren zoals de bouw of de werktuigbouwkunde is vaak voorgeschreven welke verbindingsmethodes moeten worden gebruikt. Daarbij zijn de verschillende bevestigingsmaterialen vaak duidelijk aangegeven. Dit is ieder geval zo bij het gebruik van bouten in de werktuigbouwkunde. In de bouw wordt vaak wel gebruik gemaakt van verschillende soorten schroeven om bijvoorbeeld houten constructiedelen aan elkaar te bevestigen. De keuzevrijheid voor schroefverbindingen op de bouw is dus dikwijls groter dan in de werktuigbouwkunde.