Wat is een fitting tussen pijpen?

Een fitting is een uitneembare verbinding tussen twee onderdelen door bijvoorbeeld gebruik te maken van schroefdraad. Een fitting is een ruim begrip dat onder andere in de elektrotechniek wordt gebruikt voor het bevestigen van een lamp. Het gedeelte waar de lampvoet in bevestigd wordt is de fitting. Het woord ‘fitting’ wordt echter ook gebruikt in de onderhoudstechniek, installatietechniek en leidingbouw. In dat geval gebruikt men het wordt fitting als verbinding tussen pijpen. Daarom noemt men die verbindingen ook wel pijpfittingen. Iemand die pijpfittingen aanbrengt wordt ook wel een pijpfitter genoemd. Voordat men weet wat een pijpfitting precies is moet men weten wat een pijp is. Hierover gaat de volgende alinea.

Wat is een pijp?
Men gebruikt in de praktijk regelmatig de termen buis en pijp regelmatig door elkaar. Er is echter een wezenlijk verschil tussen een pijp en buis. Dit heeft te maken met de maatvoering. De maat van een pijp wordt aangegeven op basis van de binnendiameter, met andere woorden een pijp is aan de binnenzijde getolereerd (DN).

Over het algemeen geeft men de maatvoering van pijp aan in inches. De buitenkant van pijp ruw en de wanddikte en de rondheid kunnen in geringe mate afwijkingen vertonen.

Bekende soorten pijp zijn gaspijp, stoompijp en vlampijp. Veel pijpen en fittingen worden met elkaar verbonden doormiddel van smeltlasverbindingen. Daarnaast kan men ook gebruik maken van schroefdraadverbindingen. Dit gebeurd met pijpen met diameters tot 3 inch. Naast schroefdraadverbindingen kan men ook flensverbindingen gebruiken voor pijpstukken.

Wat is een buis?
Op pijp kan men tot een bepaalde diameter schroefdraad snijden. Daarvoor is een buis echter niet geschikt. Een buis heeft een veel geringere wanddikte dan pijp. Buizen worden op een andere manier aan elkaar verbonden. Hierbij maakt men gebruik van zogenoemde buisfittingen. Deze fittingen schuift men over de buizen heen. Vervolgens kan men een knelverbinding maken met een apparaat maar er zijn ook persfittingen. De kwaliteit van de verbinding is voor een groot deel afhankelijk van de wand. De wand van een buis ziet er anders uit dan de wand van een pijp. Een buis is ook aan de buitenkant glad en precies rond. De wanddikte van de buis is, zoals eerder benoemd, ook geringer dan een pijp.

De maat van een buis wordt op basis van een buitendiameter aangegeven. Dit wordt in Nederland in mm aangeduid. Men zegt ook wel dat een buis aan de buitenzijde is getolereerd.

Wat is een pijpfitting?
Een pijpfitting is een verbinding tussen twee pijpen. Deze verbinding is uitneembaar maar men treft wel speciale voorzieningen die er voor zorgen dat de pijpfitting niet uiteen kan gaan door de vloeistoffen of het gas die er door getransporteerd worden. Een pijpfitting wordt door een pijpfitter aangebracht. Dit kan een loodgieter of cv-monteur zijn. De schroefdraad kan indien gewenst op de buizen of pijpen worden gesneden door een schroefdraadsnijder. Om er voor te zorgen dat de pijpen niet uit elkaar kunnen raken en geheel waterdicht zijn maakt men gebruik van teflon tape, hennep of fitterskit. Deze afdichtmaterialen worden over het schroefdraad heen aangebracht, vervolgens wordt het andere deel van de leiding (sok, bocht of T-stuk) over het schroefdraad met het afdichtmiddel heen gedraaid. Zo ontstaat, als het goed is, een waterdichte verbinding tussen twee leidingdelen.

Naast fittingen die gebaseerd zijn op schroefdraad zijn er ook fittingen die tot stand komen door zogenoemde persverbindingen. Hierbij worden de leidingen doormiddel van een speciaal persapparaat aan elkaar geperst. Als men persverbindingen aanbrengt vervormt men de pijp meestal permanent. Het materiaal dat men voor de pijp gebruikt moet dus vervormbaar zijn. Het ene deel wordt bijvoorbeeld in het andere deel geschoven om vervolgens de leidingen aan elkaar te persen met een speciaal daarvoor ontworpen apparaat.

Fitten of lassen
Men gebruikt vaak naast het woord fitter ook het woord lasser. Deze twee beroepen komen allebei in de installatietechniek en leidingbouw voor. Over het algemeen wordt in dit verband met een fitter iemand bedoelt die de leidingen aan elkaar koppelt met een fitting. Ook kan een fitter de leidingen met een kleine hechtlas aan elkaar verbinden. In dat geval volgt een lasser die de leiding aflast zodat er een permanente lasverbinding ontstaat. Een lasverbinding is in beginsel niet uitneembaar en moet daarom door een specialistische lasser worden aangebracht.

Lasverbindingen in de installatietechniek worden doormiddel van het autogeen of TIG lasproces aangebracht. In de procesindustrie zoals de zuivelindustrie maakt men veel gebruik van roestvaststalen leidingen. Deze leidingen worden doormiddel van het TIG lasproces aangebracht. In de zuivel worden zeer hoge eisen gesteld aan de binnenkant van de leidingen. De lassen moeten door de zuivellasser zo worden aangebracht dan de binnenkant goed uitvloeit zodat er geen bacteriën achter de lasnaad kunnen achterblijven.

Er zijn verschillende technieken zoals het wikken (ook wel walking the cup genoemd) om deze lasverbindingen te realiseren. De meeste lasverbindingen in de zuivel moeten conform een bepaalde lasmethodekwalificatie (LMK) worden aangebracht. Een lasser dient dan een lascertificaat te behalen waarin is aangegeven dat hij of zij een dergelijke las met een specifiek lasproces in een bepaalde positie (meestal G6 of HL-45) mag aanbrengen.

Koppel fitter en lasser
Lassers die over een dergelijk lascertificaat beschikken worden in de praktijk meestal alleen als lassers ingezet en niet als fitter. Over het algemeen maakt men een ‘koppel’ van een fitter en een lasser. De fitter gaat voor de lasser uit om de leidingen in te meten en de tijdelijke hechtlas aan te leggen. De lasser maakt het leidingwerk vervolgens met hoogwaardige lasverbindingen af. Op die manier werkt men samen aan een professionele leiding en wordt iedereen in zijn of haar vakdiscipline ingezet. Men kijkt bij het fitten en lassen vaak naar de wanddikte van de pijp. Om die reden geeft een leidinglasser vaak aan dat hij of zij ervaring heeft met dikwandige (stoompijp) of dunwandige leidingen.