Volgens de Vereniging Eigen Huis (VEH) valt de onroerendezaakbelasting (ozb) dit jaar nog hoger uit dan eerder werd ingeschat. Volgens de belangenorganisatie is er sprake van een gemiddelde stijging van 5,3 procent voor de ozb. In de maand december van afgelopen jaar had de VEH nog ingeschat dat de gemiddelde stijging ongeveer rond de 3 procent zou uitkomen. Inmiddels is duidelijk dat de gemiddelde stijging van de ozb veel hoger zal uitvallen. De Noord-Hollandse gemeente Opmeer staat hierbij bovenaan. Daar is zelfs sprake van een stijging van 41 procent in de onroerende zaakbelasting.
OZB omhoog in 2021
Dat zou betekenen dat woningeigenaren in die gemeente gemiddeld 121 euro meer zouden moeten betalen aan ozb. Daarnaast hebben ook de gemeenten Amsterdam, Ermelo, Renkum en Nunspeet te maken met een fors gestegen ozb. De ozb is die gemeenten ruim 20 procent hoger dan vorig jaar. Er zijn een paar gemeenten waar huizeneigenaren minder gaan betalen aan ozb,. Dat zijn de gemeenten: Venlo waar 6 procent minder ozb hoeft te worden betaald en in Goeree-Overflakkee, Weesp, Ommen en Oosterhout wordt de ozb ten minste met 2 procent verlaagd in 2021.
Geen andere keuze?
Volgens de VEH hebben gemeenten aangegeven dat ze geen andere keuze hebben dan het verhogen van de ozb. Door het verhogen van de ozb worden andere kosten gedekt. De uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de jeugdzorg stijgt volgens de gemeenten elk jaar met 7 procent. Dat is een grote kostenpost die volgens de gemeenten moet worden afgedekt doormiddel van extra inkomsten. Het verhogen van de ozb is daardoor het gevolg geweest. De VEH vind dit echter geen goede reden. Daarom heeft de VEH een dringend beroep gedaan op het kabinet: “om afspraken te maken over aanvullend budget om zo nieuwe lastenverzwaringen te voorkomen.”