De Amerikaanse president Donald Trump wil de import van een aantal Chinese producten verbieden. Het zou gaan om producten die worden geproduceerd doormiddel van dwangarbeid. Op dinsdag 8 september 2020 hebben ambtenaren van de Amerikaanse douane laten weten dat het land de invoer van katoen en producten van tomaten uit de West-Chinese regio Xinjiang wil blokkeren. Deze producten zouden met behulp van dwangarbeid worden zijn geproduceerd. Voor China zijn katoen en producten van tomaten twee belangrijke exportproducten. Het importverbod wordt binnenkort door de Amerikaanse regering aangekondigd.
Daarnaast zouden ook nog vijf andere producten uit China op de lijst komen te staan van producten die niet meer geïmporteerd mogen worden uit China. Ook die producten zouden volgens de Amerikaanse regering doormiddel van dwangarbeid worden geproduceerd. De handelsoorlog tussen Amerika en China leek juist te zijn afgekoeld maar kan door dit soort ontwikkelingen weer heviger worden. Toch is het goed dat de Amerikaanse regering oog lijkt te hebben voor de ethische aspecten met betrekking tot de handel. Deze ethische aspecten zullen uiteraard altijd vanuit een politiek en economisch belang moeten worden beschouwd. Zeker in het kader van een handelsoorlog. Is de reden om producten van dwangarbeid uit te bannen omdat men tegen dwangarbeid is of is deze beslissing genomen om een nieuw middel te vinden om de druk op te voeren op de Chinese regering en economie?