De afvalverwerkende industrie in Nederland is professioneel. Uit afval kunnen grondstoffen worden gehaald en een deel van het afval kan worden gerecycled en hergebruikt. Dat is natuurlijk prachtig maar een gedeelte van het afval kan niet worden gebruikt als grondstof of materiaal voor andere producten en zal dus moeten worden opgeslagen of verbrand. Nederlandse afvalverwerkers verwerken overigens niet alleen Nederlands afval maar verwerken ook buitenlands afval.
In 2019 dreigt op dit gebied een probleem te ontstaan. Dat geeft de vereniging waarbij de afvalbedrijven zijn aangesloten aan in de media. Deze vereniging geeft aan dat afvalbedrijven graag een tijdelijk plafond willen voor de import van buitenlands afval. Als een dergelijke beperking er niet komt krijgen de afvalverwerkers problemen met de grote hoeveelheid afval die nog verwerkt moet worden. Dan dreigt het Nederlandse huisvuil niet meer te kunnen worden opgehaald.
Op dit moment zouden de opslagplaatsen voor afval al uitpuilen in Nederland. Dit is het gevolg van onder andere problemen bij het Afval Energie Bedrijf (AEB) in Amsterdam. Deze afvalverwerker verbrand een deel van het afval in zogenaamde afvalverbrandingslijnen. In totaal zijn er zes verbrandingslijnen bij deze afvalverwerker aanwezig waarvan er vier zijn stilgelegd. Er komt echter nog steeds afval bij uit Nederland maar ook uit het buitenland. Zo komt kwart van het afval wat er in Nederland wordt verbrand uit Groot-Brittannië.
De Vereniging Afvalbedrijven geeft aan dat er nu maatregelen moeten worden genomen anders is er straks te veel afval om te verwerken. Deze dringende oproep tot maatregelen staat in een brief die gericht is aan staatssecretaris Van Veldhoven.