De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) is verantwoordelijk voor de aardbevingsschade die een aantal woningen in Groningen heeft opgelopen ten gevolge van de aardgaswinning. Deze waardedaling van onroerend goed in het aardbevingsgebied moet de NAM direct compenseren. Deze compensatie moet ook gedaan worden wanneer de woning niet verkocht is. Deze uitspraak heeft het gerechtshof in Leeuwarden dinsdag 23 januari 2018 gedaan in een hoger beroep in de zaak. De rechter neemt de uitspraak van een rechtbank in 2015 over.
De schade aan de woningen wordt veroorzaakt door de aardbevingen die ontstaan door de gaswinning. Door de gaswinning van de NAM daalt de bodem. Dit gebeurt soms met schokken waardoor de woningen in het gaswinningsgebied te maken krijgen met scheuren in muren, vloeren en plafonds. Deze problemen zorgen er voor dat huiseigenaren hun woning moeilijker kunnen verkopen. Bovendien krijgen eigenaren van woningen vaak een lagere prijs voor hun pand wanneer ze het willen verkopen.
Verschillende woningcorporaties en Groningse huizeneigenaren hebben de zaak aangespannen. Deze instanties hebben zich met elkaar verenigd in de stichting Waardevermindering door Aardbevingen Groningen (WAG). Eerder had de WAG berekend dat de totale waardevermindering van woningen in het aardbevingsgebied ongeveer 1 miljard euro zal bedragen. Daarbij wordt uitgegaan van 100.000 woningen die aardbevingsschade hebben opgelopen. Uit een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen komt ook naar voren dat de schade minimaal 954 miljoen euro zal bedragen. Dit bedrag zou moeten worden verdeeld over 180.000 huizen.