Het afgelopen jaar is de koopkracht van de Nederlandse bevolking gemiddeld met een half procent gegroeid. Er zijn wel verschillen tussen de koopkrachtontwikkeling van de inwoners van Nederland. Daardoor is de koopkracht van veel Nederlanders er op vooruitgegaan maar niet voor alle inwoners even veel. Daarnaast zijn er ook inwoners die er iets op achteruit zijn gegaan in 2017. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek zou ongeveer 46 procent van de Nederlandse bevolking in 2017 te maken hebben gehad met een kleine afname van de koopkracht. Hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS heeft het over een “matig resultaat als je kijkt naar de economische groei van het afgelopen jaar”.
Werknemers die in loondienst werkten hebben te maken gehad met een koopkrachttoename van 1,4 procent. Deze groep wist te profiteren van een aantal maatregelen die het kabinet heeft ingevoerd in 2016 om de koopkracht te laten toenemen. Daarbij kun je denken aan belastingvoordelen zoals de verruiming van de arbeidskorting. Bovendien hebben de meeste werknemers in 2017 te maken gehad met een goede arbeidsmarkt waardoor hun inkomen er op vooruit ging. Door een stijging in de koopkracht heeft men meer geld te besteden en dat is over het algemeen goed voor de economie. In 2017 zijn veel consumentenprijzen echter ook toegenomen. Werknemers die nauwelijks te maken hebben gekregen met een loonstijging merkten niet veel van de koopkrachttoename op de markt.