Nederland gaat steeds beter met grondstoffen om. Inmiddels heeft ons land een van de laagste grondstofvoetafdrukken van Europa. Dit is bekend gemaakt door Eurostat. Dit Europese statistiekbureau heeft de cijfers bekend gemaakt over het afgelopen jaar. De zogenaamde grondstoffenvoetafdruk per inwoner was in 2023 7,5 ton. Dit is volgens Eurostat een van de laagste grondstoffenvoetafdrukken van alle inwoners van Europa. De zogenaamde grondstoffenvoetafdruk maat duidelijk welke hoeveelheid ruwe grondstoffen, die wereldwijd gewonnen moeten worden, nodig zijn om aan iemands consumptie te voldoen. Daarbij maakt Eurostat gebruik van een bepaalde berekening. Het statistiek bureau berekent de grondstoffenvoetafdruk op basis van de zogeheten rmc-index (raw materials consumption).
Grondstoffenvoetafdruk omlaag
Er waren in 2023 grote verschillen volgens Eurostat. Zo ligt de gemiddelde afdruk binnen de EU op dit gebied op 14,1 ton. Er zijn ook landen waarin de grondstoffenvoetafdruk veel hoger ligt. Hierbij kun je denken aan landen zoals Finland, Roemenië en Luxemburg. Deze hebben een grondstoffenvoetafdruk die gemiddeld tussen 32 tot 44 ton per hoofd van de bevolking ligt. Ten opzichte van die landen heeft Nederland een hele lage score op dit gebied. Met een voetafdruk van 7,5 ton per hoofd van de bevolking mag Nederland op dit moment heel tevreden zijn. Al heeft Nederland ten opzichte van andere landen nooit echt een hoge score gehad op dit gebied. Zo kwam de grondstoffenvoetafdruk van Nederland in 2010 uit op 11,2 ton per hoofd van de bevolking. De bevolkingsdichtheid is een belangrijke oorzaak van deze lage score volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. De infrastructuur kan effectief worden gebruikt. Juist voor de infrastructuur zijn veel minerale grondstoffen nodig.