De bouwsector van Nederland verspilt miljarden omdat er veel fouten worden gemaakt. Dat hebben economen van de ABN AMRO geschreven in een rapport. Door de fouten in de bouw staan de winstmarges bij bedrijven in deze sector onder druk. Volgens het onderzoek van ABN AMRO is er bij vier op de tien bedrijven in de bouwsector sprake van 5 procent of meer kosten ten gevolgen van fouten. Deze zogenaamde ‘faalkosten’ van alle bedrijven in de bouw samen zorgen voor een enorme kostenpost. Door de kosten van de fouten worden bouwprojecten duurder.
Er zijn verschillende soorten fouten die kunnen plaatsvinden tijdens het bouwen of ze komen aan het licht in de periode na de bouw wanneer de eigenaar of eigenaren het gebouw in gebruik nemen. Zo kan het voorkomen dat de bouwprojecten niet volgens de specificaties worden geproduceerd. Ook kan het voorkomen dat het gebouw niet voldoet aan de verwachtingen van de klant. Ten opzichte van andere sectoren zijn de zogenaamde faalkosten in de bouw erg hoog.
De ABN AMRO geeft aan dat een groot deel van de extra kosten in de bouw voortvloeien uit het feit dat de meeste bouwprojecten door meerdere partijen worden gebouwd. Er zijn hoofdaannemers en verschillende onderaannemers. Al deze organisaties werken met elkaar samen om een totaalproduct af te leveren. Daarbij kunnen fouten ontstaan in de communicatie of in de beeldvorming over de kwaliteit van het eindproduct. Bovendien werken veel verschillende werknemers aan het bouwen van een woning of utiliteitscomplex. Bouwen is voor een groot deel mensenwerk en daardoor kunnen ook fouten ontstaan.