Woningprijzen in grootste steden vlakken af in 2019

Na de economische crisis zijn de prijzen van koopwoningen in de grootste steden fors gestegen. Met name in Amsterdam werden woningen voor veel mensen onbetaalbaar. Dat kwam omdat de vraag naar woningen in de grootste steden van Nederland enorm is toegenomen sinds het dieptepunt van de economische crisis in 2013. De woningprijzen liggen in de grootste steden al een paar jaar boven het prijsniveau van 2008 toen de economische crisis haar intrede deed in Nederland.

Toch is ook in de grote steden de kentering merkbaar. De woningprijzen vlakken ook hier verder af. Dat betekent in feite dat de woningprijzen niet of nauwelijks stijgen. Vaak is dit een ontwikkeling die gepaard gaat met minder vertrouwen in de economie en een daling in de koopkracht van consumenten. Overigens is de hypotheekrente wel laag waardoor veel mensen nog voldoende koopkracht zouden moeten hebben.

In het tweede kwartaal van 2019 waren bestaande koopwoningen in Amsterdam bijna 7 procent duurder dan in 2018. Dat is natuurlijk wel een stijging in de woningprijzen maar het was wel de laagste stijging in bijna vijf jaar. Daarnaast was deze ontwikkeling ook merkbaar in de steden Den Haag, Rotterdam en Utrecht. Ook hier waren de prijsstijgingen in het tweede kwartaal kleiner dan in de afgelopen jaren. In de stad Utrecht kwam de prijsstijging nog uit op 9,7 procent. Daardoor was Utrecht de stad met verhoudingsgewijs nog de grootste prijsstijging voor bestaande woningen ten opzichte van de andere grote steden.