Woningprijzen 8,8 procent hoger in april 2018

De woningprijzen stijgen in Nederland. In de maand april van 2018 waren de prijzen voor bestaande koopwoningen 8,8 procent duurder dan een jaar eerder. In de maand maart viel de woningprijs nog 8,6 procent hoger uit dan in dezelfde maand in 2017. Dit werd dinsdag 22 mei 2018 bekend gemaakt door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Vanaf de maand juni in 2013 is er een duidelijke stijgende lijn zichtbaar in de woningprijzen. In 2013 kwam de woningmarkt op een dieptepunt tijdens de economische crisis. Vanaf dat dieptepunt is de gemiddelde prijs van woningen inmiddels opgeklommen tot 27 procent. Dat betekent dat bestaande woningen in 2018 gemiddeld 27 procent duurder zijn dan de woningprijzen die gemiddeld werden betaald medio 2013.

Woningprijzen in ontwikkeling
Toch is het prijsniveau voor woningen in 2018 nog niet op het hoogste niveau beland. Ten opzichte van de maand augustus 2008 zijn de woningprijzen nog altijd iets aan de lage kant. Tenminste dat is voor grote delen van Nederland het geval. In drukke steden met nauwelijks beschikbare woningen, zoals Amsterdam, ligt de woningprijs gemiddeld al hoger dan in 2008. In deze grote stad en in een aantal andere grote steden is er sprake van een overspannen woningmarkt. Daar is het tekort aan woningen zo groot dat de woningprijzen enorm omhoog gaan. Voor de overige gebieden in Nederland ligt de gemiddelde woningprijs in april 2018 ongeveer op hetzelfde niveau als september 2008.

Uitzendbureaus en BBL
De bouwsector merkt het tekort aan woningen in Nederland. Er worden steeds meer woningbouwprojecten gestart. Toch is het aantal nieuwbouwprojecten nog lang niet op het niveau dan recht doet aan de vraag op de woningmarkt. Er kunnen in veel gebieden van Nederland meer woningen worden gebouwd om te voldoen aan de vraag. Bouwbedrijven hebben echter te maken met een aantal belemmeringen. Een belangrijke belemmering is de overheid die meer bouwgrond beschikbaar moet stellen. Ook het tekort aan personeel is een probleem. Er zijn in 2018 nog nauwelijks installatiemonteurs, elektromonteurs en bouwvakkers te vinden op de arbeidsmarkt. Ook technische uitzendbureaus en VCU uitzendbureaus hebben dit probleem gemerkt en investeren in opleidingen zoals BBL om het huidige beschikbare arbeidspotentieel te ontwikkelen tot vakkracht.