Starters hebben het nog steeds lastig op de woningmarkt. Hoewel de huizenprijzen ten opzichte van vorig jaar gedaald zijn blijken de huizenprijzen ten opzichte van voorgaande maanden iets te stijgen. Zo waren de huizenprijzen voor bestaande koopwoningen in juli ongeveer 0,5 procent hoger dan de huizenprijzen van een maand daar voor. Dat maakt dat de woningmarkt in ieder geval niet aan het in elkaar storten is. De huizenbubbel die de afgelopen jaren is ontstaan is nog niet leeggelopen. Er zitten nog steeds verhogingen in van ruim 20 procent die niet zijn verdwenen. Voor starters is dit een hele lastige situatie. Starters hebben geen woning verkocht en hebben daardoor vaak weinig financiële middelen achter de hand. Dat maakt het bijzonder lastig om in een tijd van hoge woningprijzen een woning te kopen.
Starters wachten met smart op lagere woningprijzen. De kans dat de woningprijzen omlaag gaan is wel heel groot maar de vraag is alleen wanneer er een scherpere daling wordt ingezet. Een aantal factoren die hierbij een rol spelen zijn de hypotheekrente, het aanbod en de vraag naar woningen. Op dit moment ziet de mix van deze factoren er ongunstig uit voor starters. Er is weinig aanbod in het starters segment en de vraag is groot. Vooral omdat er steeds meer mensen op zoek gaan naar eengezinswoningen zorgt er voor dat verhoudingsgewijs kleine woningen erg in trek zijn op de woningmarkt. De hypotheekrente stijgt niet heel sterk. Daarnaast neemt aanbod nauwelijks toe op de woningmarkt. De bouwsector kan op dit gebied nog niet uitkomst bieden want er wordt in Nederland niet veel bijgebouwd. Voor starters is het de komende tijd afwachten geblazen. Wellicht dat de overheid nog met oplossingen komt maar daar kun je nu niet veel van verwachten. De oplossingen die de minister de Jonge op dit gebied heeft geprobeerd te ontwikkelen hebben nog niet het gewenste resultaat getoond.