De afgelopen jaren hebben starters het bijzonder moeilijk gehad op de woningmarkt. Het aanschaffen van een woning was voor veel mensen die zelf geen woning konden verkopen buitengewoon lastig. De torenhoge huizenprijzen zorgden er voor dat mensen die voor het eerst een huis gingen kopen nauwelijks keuze hadden. Het inbrengen van eigen geld is voor starters heel moeilijk omdat ze geen woning hadden verkocht. Daardoor moesten starters verhoudingsgewijs veel lenen voor een woning. Voor starters is het niet altijd makkelijk om een hypotheek te krijgen. Vooral als de starters geen vast contract hebben en nauwelijks wat verdienen. Het inkomen is namelijk ook een belangrijke factor bij het aanschaffen van een woning.
Daarnaast is natuurlijk ook de huizenmarkt een markt van vraag en aanbod. Nu de inflatie op een zeer hoog niveau staat en de verkoop van woningen terugloopt is er een andere tendens merkbaar. Het aanbod aan woningen neemt toe en de huizenprijzen dalen. Het inkomen van veel mensen is gestegen de afgelopen tijd ter compensatie van de inflatie. Daarnaast zullen de woningprijzen aan het einde van 2023 verder gaan dalen. Starters op de woningmarkt zijn in 2023 per maand meer kwijt voor een woning volgens De Nederlandsche Bank (DNB). Dat komt door de gestegen hypotheekrente. De rentestijging zorgt er voor dat de maandlasten omhoog gaan. Alleen als de huizenprijzen lager worden kook de maandelijkse lasten omlaag worden gebracht. Aan het einde van 2023 zal de betaalbaarheid van woningen met meer dan 4 procent zijn toegenomen ten opzichte van het einde van 2021 volgens DNB.