DNB: toegenomen financieringsruimte van kopers de oorzaak van stijgende huizenprijzen tot 2020

De afgelopen 25 jaar zijn de huizenprijzen aanzienlijk gestegen. Er was inderdaad sprake van een dip na 2008 maar na het dieptepunt in 2013 zijn de huizenprijzen vrijwel onophoudelijk gestegen. Er zijn verschillende redenen die worden genoemd voor de stijging van de huizenprijzen. De Nederlandsche Bank (DNB) geeft in een bericht aan dat de verdriedubbeling van de Nederlands huizenprijzen over de afgelopen 25 jaar met name te verklaren is door de toegenomen financieringsruimte van kopers.

Het gebrek aan woningen ten opzichte van de vraag naar woningen zou slechts in beperkte mate van invloed zijn geweest op de stijgende huizenprijzen. Volgens DNB is de stijging van de huizenprijzen in de afgelopen 25 jaar gelijk opgegaan met de maximale leenruimte van kopers. In die periode kregen mensen meer mogelijkheden om hogere bedragen te betalen voor woningen. Men kon een hogere prijs betalen omdat men meer hypotheek kon nemen. Dat zorgde er voor dat mensen meer konden bieden. De prijzen van woningen werden daardoor opgedreven. Huishoudens kwamen niet direct in de problemen omdat ze voor de hogere hypotheken vaak de dezelfde maandlasten moesten betalen als men in het verleden met een lager hypotheekbedrag moest doen.

De afgelopen periode is het aanbod op de woningmarkt echter wel beperkter geworden. Ook werden nauwelijks nieuwe woningen gebouwd ten opzichte van de vraag. Dat zorgt er voor dat koopwoningen een schaarste zijn geworden. Desondanks is er volgens DNB historisch gezien geen sterke samenhang tussen stijgende woningprijzen en een toenemend woningtekort. Als het woningtekort 1 procentpunt zou worden teruggedrongen, door bijvoorbeeld 80.000 extra woningen boven op de groei van het aantal huishoudens, de woningprijzen slechts met 1 tot 2 procent zouden dalen. De huidige prijsstijgingen worden daardoor niet opgevangen. Toch is het brengen van een balans op de woningmarkt volgens DNB niet heel eenvoudig. Er kunnen niet zomaar meer woningen worden gebouwd. Daarvoor is bouwgrond nodig en moeten ook lokale overheden meewerken. Het bijbouwen van woningen wordt daarom niet beschouwd door DNB als een effectieve manier om de huizenprijzen te beïnvloeden.