Starters op woningmarkt zien woningprijzen harder dalen in 2023

De starters op de woningmarkt hebben de afgelopen jaren een lastige positie gehad. Veel starters hebben nauwelijks financiële middelen om een woning te kopen. Ook voor relatief kleine woningen kunnen starters in de praktijk nauwelijks in aanmerking komen. Ze kunnen moeilijk aan een hypotheek komen en als ze al een hypotheek kunnen krijgen kunnen ze vaak onvoldoende lenen om de torenhoge huizenprijzen te betalen. Dat maakt de positie van starters buitengewoon ongunstig. De overheid heeft geprobeerd de positie van starters op de woningmarkt te verbeteren. Dit heeft de overheid gedaan doormiddel van maatregelen waarmee starters meer kunnen lenen. Desondanks bleven de woningprijzen ook voor starters gewoon te hoog. Gelukkig voor de starters lijkt hier nu verandering in te komen.

De starters merken dat de woningen die zij op het oog hebben minder duur worden. Mensen die in het tweede kwartaal van 2023 een woning kochten betaalden daar gemiddeld 5,2 procent minder voor dan in een jaar eerder. Starters betaalden gemiddeld 4,9 procent minder voor een woning. Gemiddeld betaalde een starter voor een woning 399.000 euro. Dit komt naar voren uit cijfers van Kadaster over het tweede kwartaal van 2023. Doorstromers hebben vaak te maken met een andere prijsklassen dan starters. Voor doorstromers bleken de woningprijzen minder sterk te zakken. Zo zagen doorstromers de prijzen van woningen met 3,6 procent zakken. Veel doorstromers brengen zelf ook kapitaal mee bij de aanschaf van een nieuwe woning. Dat komt onder andere omdat ze vaak een woning met winst hebben verkocht. Als de prijzen van hun woningen de afgelopen jaren zijn gestegen hebben ze te maken met veel overwaarde die ze bij de aanschaf van een nieuwe woning kunnen gaan inzetten.