Overheid wil dat woningbouwcorporaties doelstellingen behalen en houden ATAD in stand in 2019

Het ministerie van Binnenlandse Zaken gaat over de woningbouw in Nederland en is er van overtuigd dat de meeste woningbouwcorporaties in Nederland er goed voor staan. Daarom zouden deze corporaties de doelstellingen die de overheid heeft opgesteld goed moeten kunnen behalen. De belangrijkste doelstellingen zijn de bouw van nieuwe woningen zodat het woonbestand in Nederland wordt vergroot en het verduurzamen van de bestaande woningen die onder deze wooncorporaties vallen. Ieder jaar moeten de woningbouwcorporaties ongeveer 75.000 nieuwe woningen in Nederland bouwen om het tekort aan woningen op te vangen. Daarnaast moeten alle woningen in Nederland in 2050 energieneutraal zijn. Dat zijn stevige doelstellingen die veel financiële middelen vereisen. De woningbouwcorporaties moeten echter ook aan de ATAD belastingmaatregel voldoen. In 2019 zijn de woningcorporaties in Nederland gezamenlijk ongeveer 102 miljoen euro kwijt ten gevolge van de ATAD.

De jaren die daarop volgens kosten de woningcorporaties nog meer geld. Omdat de woningcorporaties nog meer geld kwijt zijn en zullen ze de huur van de huurwoningen moeten verhogen. Een woordvoerder van de minister Ollongren heeft echter gewaarschuwd dat de minister bepaald wat de maximale huurverhoging mag zijn. Toch heeft de overheid wel een tegemoetkoming voor de woningbouwcorporaties. In augustus werd al in totaal 100 miljoen euro toegezegd aan de corporaties die besteed kan worden aan vergroening. Dit bedrag komt boven op 100 miljoen euro die al eerder was toegezegd. Op die manier hebben de woningbouwcorporaties geld beschikbaar voor de energietransitie van hun woningen. De uiteindelijke doelstelling is dat alle woningen in 2050 energieneutraal zijn. Dat betekent dat er veel werk vrij komt voor installatiemonteurs, elektromonteurs en andere technische personeelsleden die in de energietechniek werken. Het probleem is dat de installatiebranche al overbelast is vanwege de drukte op de bouw. Dat zorgt voor een extra probleem: wie gaat de energietransitie in de woningbouw realiseren en met welke middelen?