Dit jaar is het heffingsvrije vermogen voor Nederlanders 50.000 euro bij een fiscaal partnerschap. Er zijn echter nog een aantal nieuwe aanpassingen aan de zogeheten box 3-heffing mogelijk. De box 3 heffing is een belasting op vermogen. Deze heffing komt aan de orde bij de inkomstenbelasting. De afgelopen tijd is er al vaker gesproken over een mogelijke aanpassing van de box 3 heffing. Er zijn namelijk behoorlijk wat mensen gaan sparen in de economische lastige periode die we in Nederland hebben doorgemaakt. Hoewel meer mensen geld opzij hebben gezet is het rendement op dit spaargeld niet bepaald groot voor veel mensen. De spaarrentes van banken zijn zo goed als verdwenen en in geval van grote sommen spaargeld moet men zelfs nog rente betalen terwijl men het geld bij de bank heeft gestald. Volgens verschillende partijen zal er in de toekomst meer gekeken moeten worden naar het daadwerkelijke rendement dat iemand op het eigen vermogen kan behalen in plaats van een vaste veronderstelde verdeling tussen spaargeld en beleggingen.
Kleine spaarders ontzien
Daarom willen zowel de Tweede Kamer als het demissionaire kabinet kleine spaarders in Nederland ontzien. Sinds dit jaar is de drempel voor het heffingsvrije vermogen verhoogd naar 50.000 euro en 100.000 als er sprake is van fiscaal partnerschap. Op dit moment is de regeling zo ingericht dat er wordt uitgegaan van een vaste verdeling tussen spaargeld en geld dat belegd wordt. De overheid gaat er vanuit dat mensen die geld opzij hebben gezet daarvan altijd een deel in beleggingen hebben gestoken. Dat maakt duidelijk dat de overheid er ook vanuit gaat dat mensen met spaargeld ook geld verdienen. Dat is tegenwoordig zeker niet het geval maar was bij de afgelopen jaren voor veel kleine spaarders ook niet het geval. Er is dus lang niet altijd sprake van spaargeld waarmee dus geld wordt verdiend. Volgens de betrokken politieke partijen is het veel voordehandliggender als men alleen een heffing wordt toegepast als er daadwerkelijk sprake is van rendement.