Werkgevers roepen al jaren dat flexibele arbeid belangrijk is voor de economie. Veel bedrijven hebben naast een kern van vaste krachten ook een flexibele schil waarin tijdelijke krachten waaronder uitzendkrachten zitten. De flexibele schil van de meeste bedrijven is de afgelopen jaren toegenomen omdat het economisch steeds beter is gegaan met Nederland. Daardoor nam ook de productie van bedrijven toe. Er werd meer verkocht en er werden meer werkzaamheden verricht. Daarvoor was extra personeel nodig en de meeste bedrijven kozen er voor om geen extra vaste krachten aan te nemen maar juist uitzendkrachten en gedetacheerd personeel.
Met uitzendkrachten en gedetacheerd personeel konden de bedrijven die piekdrukte opvangen in 2018. Ook wanneer de drukte aanhield werden uitzendkrachten ingezet. Een aantal uitzendkrachten werd na verloop van tijd overgenomen door het inlenende bedrijf. De inlener kon op die manier de vaste kern van de loonlijst laten groeien. Deze werkwijze beviel de meeste werkgevers wel. Ook voor uitzendkrachten was deze werkwijze prima. Gedurende de uitzendperiode konden de uitzendkracht en de werkgever aan elkaar wennen. De werkgever kon in de uitzendperiode bekijken of de uitzendkracht zijn of haar werk goed uitvoerde en de uitzendkracht kon beoordelen of het bedrijf bij hem of haar past.
Nu er steeds minder beschikbaar personeel op de arbeidsmarkt is voor technische functies en functies in de bouw blijken bedrijven nog harder op zoek te gaan naar flexkrachten. Ook de voorwaarden waaronder flexpersoneel werkt zijn steeds beter. Uitzendkrachten in de techniek hebben regelmatig een hoger loon dan het personeel dat rechtstreeks werkt bij het bedrijf. Dat komt omdat bedrijven ook meer bereid zijn om voor flexibele arbeid te betalen. Door de inzet van flexwerkers wordt de piekproductie opgelost en worden de risico’s van werkgevers beperkt. Geen wonder dat ook in 2019 veel bedrijven zullen kiezen voor flexkrachten zoals uitzendkrachten.