Met de nieuwe Arbeidswet wil minister Koolmees flexwerk in Nederland duurder maken. Het is duidelijk dat de minister flexwerk ten opzichte van vastwerk als minder gunstig beschouwd voor werknemers. toch is flexwerk in Nederland de afgelopen jaren aanzienlijk populairder geworden. Het aantal flexwerkers in Nederland is tot het einde van 2018 gegroeid tot bijna 2 miljoen flexwerkers. Het begrip flexwerk is overigens in Nederland een heel breed begrip.
Wat is een flexwerker?
Flexwerker is een verzamelnaam geworden, bijna een containerbegrip. Zo zijn flexwerkers lang niet alleen uitzendkrachten of gedetacheerden. Ook mensen met een tijdelijk contract bij een reguliere werkgever worden flexkrachten genoemd evenals werknemers met een nulurencontract en oproepkrachten zijn flexkrachten. Verder worden ook zelfstandigen zonder personeel tot de flexkrachten gerekend. Deze laatste groep is de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen. De vraag is echter of deze zzp’ers noodgedwongen flexkracht zijn of juist er voor gekozen hebben om als zelfstandige zonder personeel te werken. Ook onder uitzendkrachten en gedetacheerden zitten veel flexwerkers die het prettig vinden om afwisselende werkzaamheden en projecten te doen voor verschillende werkgevers en inleners.
Flexwerk duurder maken is dat verstandig?
Het is niet verstandig om flexwerk duurder te maken. Dat is niet goed voor de flexwerker en ook niet voor de inlener of opdrachtgever. Flexibele contracten en flexwerk hoort bij een dynamische economie en markt. Er zitten pieken en dalen in de productie en vraag en aanbod. Bedrijven moeten hier flexibel op in kunnen spelen en hebben soms hele verschillende teams nodig om bepaalde specifieke projecten af te ronden. Flexwerk zorgt er voor dat werknemers en bedrijven op een dynamische manier met elkaar kunnen samenwerken. Het duurder maken van flexwerk vormt dan een belemmering en zal niet per definitie gaan leiden tot meer vaste contracten zoals de minister verwacht.