Europese Commissie wil leveranciers bij tekorten in crisistijd dwingen om producten aan EU te leveren vanaf 2022

De afgelopen tijd is duidelijk geworden dat bedrijven enorm in de knel kunnen raken wanneer ze te weinig onderdelen en grondstoffen krijgen. De productie van bedrijven in de maakindustrie kan hierdoor vertraging oplopen of zelfs tijdelijk gestaakt worden. Het is duidelijk dat dit negatieve gevolgen heeft voor de economie. Desondanks zijn er in Europa weinig duidelijk afspraken gemaakt over een voorkeursbehandeling van Europese bedrijven in tijden van een crisis. Leveranciers zouden dan Europese bedrijven in eerste instantie moeten voorzien in plaats van bedrijven buiten Europa. Tijdens de coronapandemie ontstond er in Europa bijvoorbeeld een tekort aan mondkapjes en vaccins. In verschillende landen in de wereld zijn er bepaalde noodwetgevingen die er voor zorgen dat het land zelf eerst wordt bevoorraad voordat er materialen en producten over de grens worden verkocht. Het is opvallend dat Europa dergelijke beschermende maatregelen niet heeft.

Zo kan men in de Verenigde Staten met behulp van noodwetgeving schaarse producten opeisen. Dat is een bepaalde mate van concurrentie waar de EU zich tegen wil weren. Als er sprake is van noodgevallen zou de commissie bedrijven moeten kunnen opdragen om virusremmers te produceren of levensmiddelen. Als bedrijven dit niet in opdracht van de Europese Commissie willen doen moeten ze hiervoor goede redenen aandragen. Als bedrijven deze redenen niet hebben of komen ze de opdracht niet na dan kan er een dwangsom worden opgelegd en mogelijk boetes worden uitgedeeld. Op dit moment is het nog onduidelijk of deze plannen er gaan komen. Zo moeten de lidstaten en het Europees Parlement de plannen nog goedkeuren. Het is nog niet zeker of de plannen goedgekeurd worden. Zo zijn er een aantal lidstaten, waaronder Nederland, die het niet zien zitten om zo diep in te grijpen in de vrije markt.