De EU-lidstaten en de Europese Commissie hebben met elkaar afgesproken dat Europa meer moet doen om haar energiebronnen te verduurzamen. Dat betekent concreet dat de energietransitie meer aandacht moet krijgen. Vervuilende energiebronnen moeten worden afgeschaald en hernieuwbare energiebronnen moeten meer worden aangewend. Hieruit vloeit de doelstelling voort dat in 2030 in totaal 32 procent van alle opgewekte energie uit duurzame energiebronnen moet komen.
Bedrijven en huishoudens
Zowel bedrijven als huishoudens zouden daarvoor in de toekomst eenvoudiger in hun eigen energiebehoefte moeten kunnen voorzien. Dat betekent dat er meer investeringen moeten worden gedaan in het vervangen van gasgestookte cv-installaties. Deze zouden moeten worden vervangen door warmtepompen of eventueel als tussenfase door hybride warmtepompen. Het kost wel veel geld en inspanning om de energiebronnen geheel te veranderen van vervuilend naar CO2 neutraal.
Ambitie
Bedrijven, overheden en burgers moeten met elkaar samenwerken om de doelstellingen te behalen. De Europese Commissie heeft haar “ambitieuze politieke overeenkomst” donderdag 14 juni 2018 bekend gemaakt. De nieuwe doelstelling is nog ambitieuzer dan het streven dat de Commissie eind 2016 had voorgesteld. Toen ter tijd had Brussel nog de afspraak genoteerd dat aan het einde van 2030 in totaal 27 procent van alle energie uit hernieuwbare energiebronnen moest komen. Op dit moment wil het Europees Parlement een nog hoger percentage duurzaam opgewekte energie gaan nastreven namelijk 35 procent.
Nummer één
Door het percentage op 32 procent te zetten wordt voor een middenweg gekozen. Het is de bedoeling dat de afspraken een bijdrage leveren aan het behalen van de doelen die in het klimaatakkoord in Parijs zijn vastgelegd. De EU is van plan om wereldwijd nummer één te worden op het gebied van duurzaamheid.