De Nederlandse bouwsector kan moeilijkheden verwachten als het oppervlakte- en grondwater niet verbetert. De branchevereniging Bouwend Nederland heeft dit benoemd. Volgens deze organisatie is de kwaliteit van water in Nederland momenteel niet goed. In het jaar 2027 moet de waterkwaliteit in Nederland voldoen aan richtlijnen die door Europazijn opgesteld. Over vier jaar moet Nederland aan deze eisen voldoen. Als dat niet lukt kan Nederland ieder jaar 17,5 euro aan omzet mislopen. Dit is het gevolg van het feit dat vijfentwintig procent tot dertig procent van de bouwprojecten geen doorgang kan vinden als de waterkwaliteit niet gaat verbeteren. Zo kan er bijvoorbeeld wel een vergunning worden verstrekt voor het bouwen van een bepaald bouwwerk maar moet er voor het bouwen ook werk worden gedaan waarmee de waterkwaliteit kan worden veranderd dan moet daarvoor ook een vergunning worden verstrekt.
Als deze vergunningen niet worden verstrekt kunnen de bouwprojecten niet doorgaan. Het gaat hierbij het tijdelijk droogpompen van een bouwput of het lozen van water. Deze werkzaamheden kunnen natuurlijk voorkomen op de bouw maar kunnen de waterkwaliteit aantasten. Daarom kan er voor worden besloten dat deze werkzaamheden op bepaalde projecten niet gedaan mogen worden. Als bijvoorbeeld een bouwput niet mag worden drooggepompt kan ook het bouwen niet door gaan. Volgens Bouwend Nederland moet de uitstoot van schadelijke stoffen in het water omlaag. De bouw kan er niet veel problemen meer bij krijgen. Zo is er al sprake van eens stikstof probleem. Er zijn veel uitdagingen voor de bouw die met milieu en omgevingsaspecten te maken hebben. Daardoor kan de bouw de komende tijd wel steeds verder in de knel raken.