In de houtindustrie worden verschillende termen gebruikt om aan te duiden welk deel van een boom men bedoelt. Een voorbeeld van zo’n term is ‘langshout’. Met langshout bedoelt men het houtvlak dat langs de stam van hout aanwezig is. Het langshout is dus het hout gezien vanaf de lengterichting van de stam. Dit hout is het houtvlak in de lengterichting van de houtnerf. Men noemt dit ook wel hout in de groeirichting van de boom.
Langshout of kopshout
Het houtvlak dat men langshout noemt staat haaks op het deel dat men kopshout noemt. Het kopshout is het deel van de stam dat men in de breedte doorzaagt. Als een boom wordt doorgezaagd dan is de zaagsnede in feite de kopse kant oftewel het kopshout. Het kopshout is het deel van de stam waar men de jaarringen van het hout kan zien. Het kopshout heeft andere houteigenschappen dan het langshout. Voor de houtbewerking maakt men daarom gebruik van de termen kopshout en langshout uit praktische overwegingen.
Eigenschappen van langshout
Kops hout is vaak harder dan langshout. Daardoor is langshout minder bestand tegen druk. De duurzaamheid van langshout is wel beter als men kijkt naar de vochtregulatie. In kopshout trekt namelijk sneller vocht binnen dan bij langshout. Daarnaast heeft men als men een boom omzaagt meer aan het langshout. Daar kan men doormiddel van schulpen gemakkelijker planken van vervaardigen en bovendien veel grotere lengtes creëren.