Hoeveelheid spaargeld Nederlanders in november 2021 op niveau van juni 2021

Op de een na laatste maand van 2021 is spaargeld van Nederlanders op het niveau beland van de maand juni van 2021. Er stond aan het einde van de maand november voor ruim 407 miljard euro op alle spaarrekeningen gezamenlijk. Dit kwam naar voren uit nieuwe cijfers die De Nederlandsche Bank (DNB) bekend heeft gemaakt. Aan het einde van de maand oktober stond er nog voor 409 miljard euro aan geld op spaarrekeningen in Nederland. Over het algemeen blijft de hoeveelheid spaargeld dat ondergebracht is op spaarrekeningen in de laatste maanden van een jaar ongeveer gelijk. In december ontstaat er over het algemeen een kleine verlaging. Deze verlaging heeft te maken met het feit dat er veel geld wordt uitgegeven in de periode rond de feestdagen. Hierbij kun je denken aan cadeaus en geld voor het houden van feesten en dergelijke. De vraag is echter of veel mensen aan deze aspecten geld hebben uitgegeven.

In de maand maart van 2021 ging het totale spaarsaldo voor het eerst over de grens heen van 400 miljard euro. In de maand april kwam daar zelfs nog 1 miljard euro bij. De maand mei zorgde voor een nieuwe verhoging waardoor het totaal aan spaargeld uitkwam op 406 miljard euro. Dit heeft onder andere te maken met het vakantiegeld dat steeds vaker op de spaarrekeningen is beland in verband met het feit dat minder mensen vakantie hebben opgenomen door de coronacrisis. Mensen zijn vooral aan het begin van het jaar meer geld gaan sparen. De toekomst is voor veel mensen onzeker geworden door de enorme prijsstijgingen. Hoe hoger de prijzen hoe minder koopkracht mensen in Nederland hebben. Veel producten en diensten zijn duurder geworden waardoor de uitgaven automatisch omhoog zijn geschoten. Voor woningen moet bijvoorbeeld al geruime tijd meer worden betaald. Dat betekent ook dat het bedrag dat aan vaste lasten wordt betaald omhoog is gegaan. Hoe hoger de vaste lasten zijn geworden hoe groter de kans dat er minder geld over blijft voor sparen. De stijging in de energierekening aan het einde van het jaar draagt ook bij aan deze ontwikkeling.