Wat is de Doorstroomtoets basisonderwijs?

Doorstoomtoets is de benaming van de nieuwe eindtoets voor het basisonderwijs. Deze toets wordt ook wel de Leerling in beeld – doorstroomtoets genoemd en zal vanaf schooljaar 2023-2024 worden gemaakt door alle leerlingen uit groep 8. Deze toets wordt gemaakt in de maand februari. Aan het einde van de maand maart kunnen leerlingen van groep acht worden aangemeld voor een middelbare school. Door deze werkwijze maken alle leerlingen van het basisonderwijs evenveel kans op een plaats op de school waar de voorkeur naar uit gaat. Daarnaast is er ook meer inzicht in het niveau dat het beste bij hun past. De invoer van de doorstroomtoets is het gevolg van het besluit op februari 2022 van de Eerste Kamer om de De Wet doorstroomtoetsen po (primair onderwijs) aan te nemen.

Verschil Centrale Eindtoets en Doorstroomtoets

Een belangrijk verschil is de naam namelijk de Doorstroom toets. Veel mensen kennen nog de oude benaming Cito Toets of de Centrale Eindtoets. De Doorstroomtoets is echter ook vanuit Cito ontwikkeld. Daarnaast is de inhoud van de Doorstroomtoets anders. Zo bevat de Doorstroomtoets bijvoorbeeld geen vragen over biologie, aardrijkskunde en geschiedenis. Dit is het geval voor zowel de toets die namens de overheid wordt verstrekt als voor de doorstroomtoetsen die worden verstrekt door de private aanbieders. Dit is naar voren gekomen uit een rondgang voor het programma Pointer van KRO-NCRV.

De focus komt veel meer te liggen op rekenen en taal. De wettelijk verplichte onderdelen voor de doorstroomtoets zijn vervangen waardoor de eindtoets zich richt op taalvaardigheid en rekenvaardigheid. Toen er nog een Centrale Eindtoets werd aangeboden hadden scholen nog de keuze om het onderdeel wereldoriëntatie in te voeren. Daaronder vielen de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuur en techniek.

Inhoud van de Doorstroomtoets

Cito geeft aan dat de aandacht moet uitgaan naar “toetsen wat nodig is”. Dat heeft geresulteerd in de volgende verplichte onderdelen van de Doorstroomtoets:

  • Taal: Lezen (begrijpend lezen). Dit onderdeel bevat vragen over teksten die de kinderen lezen. De vragen gaan onder andere over bepaalde woorden en begrippen waarvan de kinderen de definitie moeten achterhalen in de tekst. Verder worden delen van de tekst samengevat of moeten de leerlingen de kiezen welke tekst de beste samenvatting geeft. Hierbij wordt gebruik gemaakt van meerkeuzevragen. In het onderdeel taal/ lezen wordt gebruik gemaakt van kortere teksten dan in het verleden werden gebruikt in Cito eindtoetsen. daarnaast zijn alle vragen zogenaamde meerkeuzevragen.
  • Taal: Taalverzorging (spelling en leestekens). Dit gedeelte van taal richt zich met name op de toepassing van spelling en daarnaast de juiste toepassing van leestekens. Ook is er een onderdeel dat zich richt op werkwoorden en niet-werkwoorden. De taalverzorging bevat meerkeuzevragen maar ook open vragen. Doormiddel van een dictee wordt de spelling getoetst.
  • Rekenen: bevat een aantal rekenopgaven. Hierbij wordt meetkunde en meten getoetst evenals verbanden, verhoudingen en domeinen getallen. In de rekenopgaven is de taal minder van belang dan voorheen het geval was. Bij sommige opgaven moesten leerlingen bijvoorbeeld ook goed begrijpend lezen om de sommen te kunnen begrijpen. Deze talige vorm van toetsen wordt in de Doorstroomtoets minder toegepast.

De DOE-toets, zoals de nieuwe toets voor het basisonderwijs ook wel wordt genoemd, bevat in totaal 50 vragen over rekenen. Daarnaast zijn er 38 vragen over taal en 44 vragen over lezen (begrijpend lezen).