Een concurrentiebeding is een begrip dat wel gebruikt wordt in een arbeidsrelatie tussen een werkgever en een werknemer. Over het algemeen heeft de werkgever een bepaald belang bij het opnemen van een concurrentiebeding. Binnen een arbeidsovereenkomst kan een concurrentiebeding worden opgenomen door de werkgever. De werkgever kan met het opnemen van een concurrentiebeding trachten te voorkomen dat de werknemer wanneer deze de organisatie verlaat aan de slag gaat bij een concurrent. Op die manier kan de (voormalig) werkgever worden benadeeld. In deze tekst heeft student Tjerk van de Meij informatie verzameld over het begrip concurrentiebeding. Deze informatie heeft hij gebruikt voor de onderzoeken die hij heeft gedaan tijdens zijn opleiding Human Resource Management aan de Noordelijke Hogeschool in Leeuwarden.
Concurrentiebeding van toepassing?
Een concurrentiebeding zal pas van toepassing zijn nadat een arbeidsovereenkomst eindigt en is een bescherming voor de werkgever. Een concurrentiebeding stelt volgens artikel 7:653 van het burgerlijk wet boek dat, over de door beide partijen overeengekomen periode, de werknemer na het verlaten van de organisatie niet bij een directe concurrent in dienst mag treden. Dit om eventuele financieel schade voor de voormalige werkgever te doen voorkomen. Bij een overtreding van het concurrentiebeding kan er een boete ten laste van de werknemer worden opgelegd.
Schriftelijk concurrentiebeding
De auteurs van het boek “Arbeidsrecht begrepen” spreken van een tegenstelling in de wet. Zoals hiervoor genoemd legt een concurrentiebeding beperkingen op bij de werknemer, terwijl de vrijheid op arbeid is geregeld in de Nederlandse grondwet. Dit is de reden waarom een werknemer schriftelijk met een concurrentiebeding akkoord moet gaan. Echter, is dit in de praktijk vaak niet te weigeren voor de werknemer. Een concurrentiebeding is veelal een deel van de arbeidsovereenkomst, als de werknemer niet met dit beding instemt wordt in het algemeen de gehele arbeidsovereenkomst niet getekend. Een mondelinge overeenkomst tot een concurrentiebeding is nooit rechtsgeldig.
Beperkingen concurrentiebeding
Doordat een werknemer in het algemeen met een concurrentiebeding dient in te stemmen, heeft de overheid bepaald beperkingen gesteld aan het concurrentiebeding. Een organisatie mag een concurrentiebeding opstellen voor een bepaalde geldigheidsduur, of een bepaalde regio, of alleen voor bepaalde functies binnen de organisatie. Een algemeen concurrentiebeding voor onbepaalde tijd zoals deze in het verleden wel werd opgenomen in een arbeidsovereenkomst kan dus niet meer.
Concurrentiebeding en een contract voor onbepaalde tijd
Concurrentiebedingen worden hoofdzakelijke opgenomen in een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd, dus een vast contract. Bij een contract van bepaalde tijd mag door de werkgever een concurrentiebeding worden opgenomen, dit alleen als de werkgever dit sterk kan motiveren door middel van een schriftelijke motivatie. Dit wordt vanuit de wetgeving de motivatieplicht genoemd en mag alleen worden toegepast bij sterk wegende bedrijfsbelangen.
Concurrentiebeding en bijbanen
Stagiairs en werknemers die een bijbaan hebben krijgen in de praktijk zelden te maken met het begrip concurrentiebeding. Doordat de stagiairs tussen 480 – 960 uren toegewezen krijgen om stage te lopen, is er geen sprake van een contract van onbepaalde tijd en dus geen concurrentiebeding. De stagiaires lopen daardoor geen risico bij hun eventueel momentele werkgever. Het zou kunnen voorkomen dat een stagiair wegens een concurrentiebeding zijn huidige (bij-) baan zou moeten opzeggen. Dit is bij een tijdelijk contract niet het geval.