In het laatste kwartaal van afgelopen jaar vielen de prijzen van nieuwbouwwoningen behoorlijk hoger uit ten opzichte van dezelfde periode in het jaar daarvoor. Het verschil is in totaal 7,4 procent. Dat betekent dat de prijzen van nieuwbouwwoningen aan het einde van 2019 gemiddeld 7,4 procent hoger lager dan de prijzen van nieuwbouwwoningen aan het einde van 2018. Dit kwam naar voren uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Kadaster die vrijdag 10 april 2020 werden bekend gemaakt. In dezelfde periode werden ook bestaande woningen duurder. Dit prijsverschil kwam uit op 6,2 procent.
In het vierde kwartaal van 2020 kwam de prijsstijging hoger dan in het kwartaal daarvoor. Dit was echter niet het geval bij bestaande koopwoningen. De prijsstijging van bestaande koopwoningen was voor de vijfde keer op rij lager dan in een kwartaal eerder. Als men alle prijzen van verkochte woningen met elkaar vergelijkt dan is de gemiddelde prijsstijging aan het einde van 2019 uitgekomen op 6,4 procent. Dit maakt duidelijk de woningprijzen harder zijn gestegen in Nederland dan gemiddeld in Europa. Binnen de Europese Unie werden woningen in dezelfde periode gemiddeld 4,2 procent duurder vergeleken met een jaar eerder. Er zijn echter ook uitzonderingen. Een aantal landen hadden te maken met hele grote prijsstijgingen. In bijvoorbeeld Luxemburg en Slowakije werden huizen ruim 10 procent duurder. Aan de andere kant daalden de huizenprijzen in Cyprus met 4,8 procent.