Het afgelopen jaar zijn de lonen in Nederland met gemiddeld 3,2 procent gestegen. Dat is een behoorlijke stijging maar deze weegt niet op tegen de inflatie waarmee Nederland te maken kreeg. In de eerste 11 maanden van 2022 steeg de inflatie in Nederland met ongeveer 10 procent. Dat is een groot verschil met de loonstijging. In feite is er sprake van een groot verlies aan koopkracht voor de meeste mensen in Nederland. Hoewel dit verlies een feit is wordt toch door het CBS gesproken over de grootste loonstijging sinds 2008. De cijfers hierover werden donderdag 5 januari bekend gemaakt door statistiekbureau CBS. Volgens de organisatie gingen de lonen in Nederland het meest omhoog in het onderwijs. De stijging van de lonen zijn niet een verassing.
Prognoses van werkgeversvereniging AWVN gingen er ook vanuit dat er een loonstijging zou zijn van ruim 3 procent in het afgelopen jaar. Werkgevers in Nederland zouden bereid zijn om de lonen te verhogen. Voordat dit echter gebeurd worden eerst afspraken vastgelegd in collectieve arbeidsovereenkomsten oftewel cao’s. Deze cao’s komen meestal tot stand na onderhandelingen. Daarom laten de loonstijgingen op zich wachten. Daarnaast zijn cao’s vaak gebonden aan complete sectoren. Het valt wel op dat laatste kwartaal van vorig jaar een stijging van de cao-lonen liet zien die 3,6 procent hoger lag dan in dezelfde periode in 2021. Dat maakt dat die periode de grootste cao-loonstijging in twintig jaar heeft behaald. Alleen in 2002 was een sterkere stijging. Toen werd in het tweede kwartaal een cao loonstijging van 3,7 procent gemiddeld genoteerd. Echter moet men in 2022 en 2023 niet vergeten dat er door de inflatie veel koopkracht verloren gaat en de beleving van de loonstijging zal daardoor veel minder gemerkt worden in de portemonnee.