Bijna alle flexwoningen die de overheid heeft aangeschaft zijn doorverkocht in 2023

De Nederlandse overheid had een tijd terug besloten om 1992 flexwoningen aan te kopen. Door de aankoop van deze flexwoningen hoopte de overheid de verkoop van dit type woningen te stimuleren. Flexwoningen zijn verplaatsbaar waardoor ze geplaatst kunnen worden op verschillende plaatsen. Dat maakt de inzet van deze woningen flexibel. Om die reden zijn flexwoningen ideaal voor starters op de woningmarkt. Ook voor gescheiden mensen die tijdelijk een andere woning zoeken zijn flexwoningen een goede oplossing. Het gaat daarom ook goed met de verkoop van flexwoningen in Nederland. Van de 1992 flexwoningen die de overheid heeft aangeschaft zijn er inmiddels 1902 verkocht. Dat betekent dat er nog ongeveer vijf procent van de woningen verkocht moeten worden. Minister Hugo de Jonge van Volkshuisvestiging heeft aangegeven in een brief aan de Tweede Kamer dat er op dit moment gesprekken plaatsvinden over de verkoop van de resterende woningen.

Bouw van flexwoningen

De verkoop van de woningen vind plaatst vanuit het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Deze organisatie heeft in opdracht van de minister in totaal 2000 flexwoningen aangeschaft. Het fabrieksmatig bouwen van woningen moest door de aanschaf van de 2000 woningen worden aangejaagd. De minister heeft bekend gemaakt dat er een sterke toename merkbaar is in het aantal projecten voor de bouw van flexwoningen. Zo zijn er volgens de minister in 2021 in Nederland 1840 flexwoningen gebouwd. Het jaar daarop werden er in Nederland ongeveer 3400 flexwoningen gebouwd en in de eerste drie kwartalen van 2023 kwam de bouw van flexwoningen op 4040. Voor 2024 is er sprake van een zogenaamde plancapaciteit voor ongeveer 17.000 flexwoningen. Dat is een aanzienlijke toename ten opzichte van de jaren daarvoor.