Een verdamper is apparaat waarmee vloeistoffen worden omgezet in damp. Het verdampen van vloeistoffen kan op verschillende manieren worden bewerkstelligd. Een van de meest bekende methoden is het verhitten van vloeistoffen. Denk hierbij aan een stoomketel waarin water wordt verwarmd en omgezet in stoom. Men kan echter ook een plotselinge drukval laten plaatsvinden. Dit proces heet ook wel ontspanningsverdamping of “flash”-verdamping. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een tot vloeistof verdicht gas.
Waar worden verdampers toegepast?
Verdampers worden in de praktijk op verschillende manieren toegepast. Meestal worden verdampers gebruikt in een gesloten systeem. Deze systemen hebben aan de ene kant een verdamper en aan de andere kant een condensor. De verdamper maakt damp of stoom van water en de condensor zet vervolgens de afgewerkte stoom weer om in water. Men spreekt van een gesloten systeem omdat de hoeveelheid water (of andere vloeistof) in dit systeem gelijk blijft.
Wanneer men arbeid wil omzetten in warmtestroom of omgekeerd zal men in dit systeem ook een turbine of smoorventiel plaatsen. Een dergelijk systeem treft men aan in koelinstallaties van koelkasten en airconditioningsystemen. Hierbij worden verdampers gebruikt om koelmiddelen te verdampen. Daarbij wordt warmte onttrokken aan de omgeving.
Ook in de procestechniek worden verdampers toegepast voor onder andere het ontzilten van zeewater en het winnen van drinkwater. Voor het verhogen van de concentratie van oplossingen of suspensies kunnen ook verdampers worden gebruikt.
Er bestaan ook bijzondere varianten van verdampers. Een voorbeeld hiervan is de anesthesieverdamper zoals de isofluraanverdamper die wordt gebruikt in de anesthesie. Deze zet een vloeibaar dampvormig anestheticum om in een gas. Deze anesthesieverdampers worden gebruikt om algehele anesthesie te geven aan een patiënt. Verdampers worden dus niet alleen in de koeltechniek en procestechniek gebruikt maar ook voor systemen in de geneeskunde.