Wat is absorbens?

Absorbens is een vaste stof een vloeistof die andere gasvormige, vloeibare of vaste stoffen kan opnemen oftewel kan absorberen. Absorbens is afgeleid van het woord absorberen, het meervoud van absorbens is absorbentia. In de praktijk worden verschillende stoffen absorbentia gebruikt. Voorbeelden hiervan silicagel, aluminiumoxide en actieve kool. Men gebruikt absorbentia onder andere in de techniek om bijvoorbeeld CO2 op te nemen als men een installatie ontwikkeld voor de afvang van CO2 en de opslag daarvan (CCS).

Toepassing van absorbens
Absorbens wordt ook gebruikt in ziekenhuizen en de geneeskundige sectoren om bijvoorbeeld vloeistoffen zoals bloed op te nemen. Daarvoor ontwikkeld men speciaal verband en andere middelen die men kan gebruiken om wonden schoon te maken en te laten helen. Niet elk absorbens is geschikt voor elke vaste of vloeibare stof daarom moet men bij het bepalen van de absorbens goed kijken naar de toepassing.

Eisen aan absorbens
Verband moet bijvoorbeeld steriel en hygiënisch zijn, dit is een belangrijke eis die men aan dit product stelt naast het feit dat de grondstoffen waar het verband uit bestaat ook veel vocht moet kunnen opnemen. Ook bij luiers, maandverband en andere materialen voor de verzorging en hygiëne van mensen past men absorbens toe. Door de jaren heen zijn verschillende stoffen ontwikkeld en ontdekt die men kan gebruiken als absorbens. Men gebruikte aanvankelijk veel natuurlijke materialen. Later gebruikte men meer synthetische materialen.

Nu men echter meer de aandacht geeft aan milieu en duurzaamheid grijpt men meer terug op absorbens uit de natuur zoals bepaalde materialen uit de plantenwereld. Cellulose is een voorbeeld van een dergelijk materiaal. Als men katoen fijnknijpt tot een prop is deze prop in staat om ongeveer tien keer haar eigen gewicht aan vocht op te nemen. Dit komt door de capillaire onderdruk. Katoen is dus een voorbeeld van een natuurlijke absorbens. Maar katoen is echter geen superabsorberend materiaal. Superabsorberende materialen kunnen veel meer vocht opnemen dan conventionele absorbens zoals katoen. Superabsorberende materialen weren niet op basis van capillaire onderdruk maar op basis van osmotische druk. Hierbij treed er een vereffening op van concentratieverschillen, dit zorgt er voor dat men veel meer vocht kan opnemen dan absorbentia die gebaseerd zijn op basis van capillaire onderdruk.

Als men absorbentia nodig heeft die gebaseerd zijn op osmotische druk zal men deze op kunstmatige wijze moeten ontwikkelen, vaak volstaan natuurlijke materialen niet. Dat zorgt er voor dat men niet in alle situaties natuurlijke absorbentia zoals cellulose kan gebruiken. Welke soort absorbens men kies is dus afhankelijk van de eisen die men stelt.