De Nederlandse energievoorziening moet meer CO2 neutraal worden. Dat betekent in de praktijk dat we afscheid zullen moeten nemen van kolencentrales en aardgas. In plaats daarvan worden andere installaties aangebracht die warmte of energie kunnen halen uit aardwarmte, zonlicht, windkracht of uit vergistingsprocessen. Al deze installaties vereisen vaardige technici om ze te installeren en om ze goed te kunnen onderhouden. Het probleem is echter dat deze technici er nauwelijks zijn in Nederland. Daarom wordt de roep om technisch personeel dat gespecialiseerd is in duurzame energiesystemen steeds luider in de installatietechniek en elektrotechniek. Momenteel zijn verschillende bedrijven al bezig om doormiddel van BBL trajecten nieuwe leerlingen te werven.
De huidige BBL opleidingen omvatten vaak het complete pakket aan kennis over de installatietechniek en / of elektrotechniek. Daarbij komen dus ook de minder energiezuinig en minder CO2 neutrale installaties aan de orde. BBL-opleidingen in de installatietechniek duren daarom al snel een aantal jaren voordat iemand echt zelfstandig aan de slag kan in deze sector. Als men installatiepersoneel specifiek wil inzetten in moderne installaties in de energietransitie dan zou het wellicht verstandig zijn om korte BBL-trajecten te ontwikkelen waarin deze specifieke technieken en installaties veelvuldig aan bod komen.
Monteurs die zich in de praktijk richten op het plaatsen van zonnepanelen komen bijvoorbeeld niet of nauwelijks met industriële installaties in aanraking ook met complete woninginstallaties komen ze in de praktijk nauwelijks in contact. De focus ligt vaak op één specifiek technisch deelgebied in de energietransitie. Het zou mooi zijn als men BBL-opleidingen in modules zou kunnen verdelen die specifiek gericht zijn op 1 technisch deelgebied. Zo kan men met het behalen van 1 module en bijbehorend certificaat meteen aan de slag in de praktijk. Het wordt tijd voor vernieuwing in de BBL wereld. De techniek vernieuwt ook en wordt steeds sneller. Opleidingen moeten hier op inspelen zodat mensen zo snel mogelijk klaar zijn voor het werk in de praktijk. Het antwoord op de vraag in de titel van deze tekst is dus ja.