Afgelopen vrijdag heeft staatssecretaris Hans Vijlbrief van Mijnbouw aangegeven dat zes van de elf putten waar nog aardgas wordt geput in Groningen gesloten zullen worden. De sluitingsdatum van deze zes putten zou zaterdag 1 april zijn. Een bijzondere datum waarbij de Groningers uiteraard hopen dat dit niet een misplaatst 1 april grap is. De gaswinning in Groningen zou langzaam maar zeker verder afgebouwd moeten worden. De overige vijf gasputten zullen in een zogenaamde waakvlamstand blijven. Deze gasputten zouden alleen gebruikt kunnen worden als er sprake is van nood. Dat kan bijvoorbeeld aan de orde zijn wanneer er in een bepaalde periode veel minder aardgas gewonnen kan worden. Daarnaast kan er ook sprake zijn van technische problemen waardoor een noodsituatie ontstaat waarin de aardgasvoorraad bij hoge uitzondering in Groningen toch moet worden aangesproken. Het huidige gasjaar loopt van oktober 2022 tot oktober 2023. In dit gasjaar zal in totaal nog 2,8 miljard kuub aardgas worden gewonnen.
Bij het winnen van deze hoeveelheid aardgas heeft men echter al rekening gehouden met de sluiting van in ieder geval de zes aardgasputten. Het is de bedoeling dat in het najaar van 2023 of anders volgend jaar de gehele aardgaswinning in Groningen zal worden stopgezet. De aardgaswinning in Groningen staat al tijden onder druk vanwege forse bodemdalingen die er voor zorgen dat er aardbevingen ontstaan. De huizen in Groningen hebben hierdoor op verschillende locaties schade opgelopen. Volgens een rapport van een enquêtecommissie zouden alle betrokken partijen waaronder de overheid, de Shell en de NAM veel te weinig rekening hebben gehouden met de veiligheid en de leefomgeving van de Groningers. Daarom heeft het provinciebestuur vrijdag een eis op tafel gelegd van 30 miljard euro. Dat geld zou het kabinet volgens het provinciebestuur moeten investeren in de regio Groningen. Het geld zou onder andere besteed moeten worden aan onderwijs maar ook aan de arbeidsmarkt en de bereikbaarheid en infrastructuur. De aangegeven 30 euro komt nog boven op het bedrag dat betaald moet worden voor de schadeafhandeling.