Woningeigenaar gemiddeld twee procent meer kwijt aan gemeentebelastingen in 2022

Het komende jaar zullen woningeigenaren gemiddeld meer moeten betalen voor hun gemeentebelastingen. De stijging in deze lasten zal volgens de Vereniging Eigen Huis (VEH) gemiddeld uitkomen op 2,1 procent. Deze prijsstijging omvat zowel de Onroerendezaakbelasting (ozb) als de afvalstoffen- en rioolheffing die de gemeenten bij woningeigenaren in rekening brengen. De VEH heeft een rondgang gehouden onder gemeenten waaruit de gemiddelde tariefverhoging naar voren kwam. Volgens de VEH komt het bedrag dat woningeigenaren in 2022 moeten gaan betalen op gemiddeld 851 euro aan gemeentelijke belastingen.

Er zijn tijdens de rondgang 106 gemeenten tijdens de rondgang benaderd. De VEH gaf aan dat de stijging verhoudingsgewijs klein is ten opzichte van andere jaren. Zo gingen de gemeentebelastingen voor woningeigenaren in 2020 en 2021 met ongeveer 5 procent omhoog. De verschillen tussen gemeenten zijn op dit gebied groot in Nederland. Huiseigenaren in bepaalde gemeenten kunnen een stijging tegemoet zien van 10 procent in hun gemeentebelastingen. Volgens de VEH zijn dat de gemeenten Hillegom, Zuidplas en Lisse. De grootste stijging op dit gebied is echter in Papendrecht. Daar zullen mensen met een koophuis een stijging van 21 procent te verwerken krijgen. Er zijn ook een paar gemeenten waarin de gemeentebelastingen juist gaan dalen. Op dit gebied is de daling in de gemeente Schouwen-Duiveland het grootst. Daar zullen de gemeentelijke belastingen met 8 procent dalen in 2022.