Woningbouw in 2017 met tien procent gestegen

Woningbouwers en projectontwikkelaars hebben in 2017 in totaal een tiende meer nieuwe koopwoningen verkocht ten opzichte van 2016. De vraag naar nieuwe woningen kan echter maar nauwelijks worden ingevuld. Op dinsdag 16 januari 2018 gaf de NVB aan: ”Hoe mooi het ook lijkt, de verkoopcijfers schieten schromelijk te kort”. De NVB is de branchevereniging voor ontwikkelaars en bouwondernemers.

In 2017 kwam de verkoop van bouwbedrijven uit op 36.430 huizen. Dit aantal had echter volgens de brancheorganisatie wel op 50.000 woningen terecht kunnen komen. Er is voldoende vraag naar woningen alleen de markt raakt oververhit. De prijs die gemiddeld voor een nieuwbouwwoning betaald moet worden is in Nederland ongeveer met tien procent toegenomen. Daardoor kost een gemiddelde koopwoning ongeveer 282.000 euro. Met name in de Randstad zou de woningmarkt ”zwaar oververhit” zijn volgens NVB-directeur Nico Rietdijk. In die regio is de vraag naar woningen veel groter dan het aanbod. Dit zorgt voor bijzondere situaties.

Zo is de woningverkoop in Noord-Holland in 2017 met ongeveer acht procent gedaald terwijl in die provincie er zeer veel vraag is naar woningen. De woningbouwers hebben te weinig aanbod ten opzichte van de vraag en moeten daardoor steeds vaker ‘nee’ verkopen. De komende tijd moet het woningaanbod in Nederland fors groeien om aan de vraag te kunnen voldoen. Dit is echter niet eenvoudig want in dichtbevolkte gebieden is eenvoudig te weinig ruimte voor nieuwe bouwkavels. Daarom wordt bestaande utiliteit omgebouwd tot woningen. Dit is echter een voorbeeld van een creatieve oplossing.

Er worden meer oplossingen bedacht om de woningtekorten op te lossen zoals het bouwen van waterwoningen. Het bouwen van waterwoningen zorgt echter weer voor andere problemen omdat niet overal waterwoningen gebouwd kunnen worden vanwege de verkaveling en bestemmingsplannen. In Nederland moet zowel vanuit de markt als vanuit de overheid wat gebeuren om de problemen in de woningbouw aan te pakken. De overheid zou hierin meer de regierol moeten opnemen.